10. is met name verontrust over de discriminatie jegens homoseksuelen en de strafbaarstelling van homoseksualiteit in Burundi; beklemtoont nogmaals dat seksuele geaardheid en genderidentiteit vallen onder het individuele recht op privacy, dat verankerd is in de internationale wetgeving inzake de mensenrechten, op grond waarvan gelijkheid en non-discriminatie moeten worden beschermd en de vrijheid van meningsuiting moet worden gewaarborgd; verzoekt het parlement en de regering van Burundi derhalve om de artikelen van het wetboek van strafrecht waardoor LGBTI-personen worden benadeeld, af te schaffen;
10. est particulièrement inquiet des discriminations et de la criminalisation de l'homosexualité au Burundi; fait une nouvelle fois observer que l'orientation sexuelle et l'identité de genre sont des questions qui relèvent du droit de l'individu à la vie privée, droit garanti par le droit international relatif aux droits de l'homme, en vertu duquel le principe d'égalité et de non-discrimination doit être protégé et la liberté d'expression garantie; demande par conséquent à l'Assemblée et au gouvernement du Burundi d'abroger les articles du code pénal portant atteinte aux personnes LGBTI;