Kort samengevat kwam deze methode erop neer dat de toekomstige cash flow van het vastgoed (netto-rente van de bestaande overeenkomsten plus geschatte toekomstige netto-rente na afloop van de bestaande overeenkomsten) werd verdisconteerd tot een huidige waarde door middel van een factor waarbij een relevant minimum rendementspercentage in acht werd genomen.
En bref, cette méthode signifie que les flux de trésorerie futurs des biens immobiliers (loyer net des contrats existants plus évaluation du loyer net futur à l'expiration des contrats existants) étaient actualisés au moyen d'un facteur tenant compte d'un taux de rentabilité exigé.