Indien vóór het verstrijken van de termijn van negen maanden bedoeld in § 1, een schuldeiser tegen de onderneming een rechtsvordering instelt en de hoofdelijke borg daarvan in kennis stelt bij een aangetekende zending van een kopie van de akte van rechtsingang, wordt deze termijn ten voordele van deze schuldeiser opgeschort; deze termijn begint pas opnieuw te lopen de dag waarop de rechterlijke eindbeslissing in kracht van gewijsde is gegaan.
Lorsqu'avant l'expiration du délai de neuf mois visé au § 1, un créancier intente une action en justice contre l'entreprise et en fait notification à la caution solidaire, par un envoi en recommandé d'une copie de l'acte introductif d'instance, ce délai est suspendu en faveur de ce créancier; ce délai ne recommence à courir qu'au jour où la décision judiciaire définitive concernant cette affaire est passée en force de chose jugée.