Dit wordt uitdrukkelijk bepaald in artikel 297 van het Gerechtelijk Wetboek: «Art. 297. - De leden van de hoven, rechtbanken, parketten en griffies mogen mondeling noch schriftelijk de verdediging van de partijen voeren en mogen hun geen consult geven».
L'article 297 du Code judiciaire le prévoit expressément: «Art. 297. - Les membres des cours, tribunaux, parquets et greffes ne peuvent, soit verbalement, soit par écrit, assumer la défense des parties, ni donner à celles-ci des consultations».