19. herinnert eraan dat het bij het composteren moeilijker kan zijn om de gassen te controleren die uit gestort materiaal vrijkomen en dat dit een ernstig gevaar kan vormen voor het milieu en de atmosfeer; wijst erop dat bij een correcte compostering, met name van huishoudelijk bioafval, ook het grondwater tegen percolaat van composteerinstallaties moet worden beschermd;
19. observe que le contrôle des gaz émis par les substances mises en décharge peut être gêné lors du compostage, ce qui peut constituer une grave menace pour l'environnement et pour l'atmosphère; rappelle qu'un compostage correct, notamment des biodéchets municipaux, suppose de protéger les eaux souterraines des lixiviats issus des installations de compostage;