Alhoewel er dus een groter aantal plaatsen voor de rekrutering van Nederlandstaligen worden opengesteld dan voor de Franstaligen, is de verdeelsleutel van de kandidaturen per taalstelsel zowat omgekeerd evenredig met het aantal geopende plaatsen (ongeveer 40 % Nederlandstalige en 60 % Franstalige postulanten bij aanvang van de selectieprocedure).
Quoiqu'il y ait donc un plus grand nombre de places ouvertes pour le recrutement des néerlandophones que pour les francophones, la clé de répartition des candidatures par régime linguistique est inversement proportionnelle au nombre de places ouvertes (environ 40 % de postulants néerlandophones pour 60 % de francophones au début de la procédure de sélection).
