2. wijst op de beperkte verhoging van de vastlegging
skredieten voor het Erasmus+ programma in vergelijking met 2014; benadrukt dat vanwege de hoge uitvoeringsgraad van en vraag naar dit programma, voldoende betalingskredieten van wezenlijk belang zijn opdat de bijkomende vastleggingen effect hebben en de soepele werkin
g van het programma wordt gewaarborgd, in het bijzonder met het oog op de door de Europese Commissie gewenste stijging van de studentenmobiliteit tot 20% vóór 2020; onderstreept dat subsidies uit het
Erasmus+ ...[+++]programma vrijgesteld moeten zijn van belastingen en sociale heffingen; 2. relève l'augmentation modeste des crédits d'engagement a
lloués au programme Erasmus+ par rapport à 2014; souligne qu'en raison du taux d'exécu
tion élevé et de la forte demande concernant ce programme, des crédits de paiement suffisants sont indispensables si l'on veut respecter les engagements supplémentaires et assurer le bon déroulement du programme, eu égard notamment au fait que la Commission souhaite porter la mobilité des étudiants à 20 % d'ici la fin de la décennie; insiste sur le fait que les bourses relevant du programme
...[+++] Erasmus+ devraient bénéficier d'une exemption fiscale et être exemptées de prélèvements sociaux;