7. geeft uiting aan zijn ongenoegen omtrent de kredieten die in het VOB-2009 worden uitgetrokken voor Palestina, die bijna 50% lager uitva
llen dan het bedrag waarin de voor 2008 goedgekeurde begroting voorzag en ruim 60% lager liggen dan de kredieten op de definitieve begroting-2007; is van mening dat de Commissie bij de p
rogrammering van de benodigde steun in dit geval kan voortbouwen op de ervaring die is opgedaan en op de geraamde behoeften, en derhalve in staat zou moeten zijn om de financiële middelen toe te wijzen die n
odig zijn ...[+++]om bij te dragen aan de levensvatbaarheid van de Palestijnse autoriteiten en aan het vredesproces in het Midden-Oosten;
7. exprime son mécontentement quant aux crédits envisagés dans l'APB 2009 pour la Palestine, ces crédits étant inférieurs de près de 50% à ceux qui étaient prévus dans le budget 2008 adopté et de plus de 60% à ceux qui étaient prévus dans le budget 2007 définitif; estime que dans le contexte de la programmation de l'aide nécessaire, la Commission pour faire fond dans ce cas sur l'expérience acquise et les besoins estimés, et devrait, partant, être capable d'allouer les crédits nécessaires pour contribuer à la viabilité des autorités palestiniennes et au processus de paix au Proche-Orient;