Wanneer een onderdaan van een derde land een Europese blauwe kaart aanvraagt om een niet-gereglementeerd beroep uit te oefenen, dienen de lidstaten buitensporige formele vereisten en volledige erkenningsprocedures betreffende de kwalificaties te voorkomen, wanneer op andere wijze toereikende bewijsstukken kunnen worden verkregen.
Lorsqu’un ressortissant de pays tiers introduit une demande de carte bleue européenne pour exercer une activité professionnelle non réglementée, les États membres devraient éviter les exigences formelles excessives et les procédures de reconnaissance des qualifications dans leur intégralité, pour autant que des preuves suffisantes puissent être obtenues autrement.