[20] In artikel 2 wordt bepaald dat het Bureau onverwijld in kennis dient te worden gesteld wanneer een ambtenaar of pe
rsoneelslid van een instelling, orgaan of instantie "kennis krijgt van feiten welke het bestaan doen vermoeden van mogelijke gevallen van fraude, cor
ruptie of van enige andere onwettige activiteit [...] of van ernstige feiten in verband met de uitoefening van werkzaamheden in dienstverband [...]". Zie de zevende overweging van het
interinstitutioneel ...[+++]akkoord voor de wijziging van het Statuut.[20] L'article 2 vise l'information directe de l'Office au cas où un fonctionnaire ou agent d'un
e institution, d'un organe ou d'un organisme acquiert « la connaissance d'éléments de fait laissant présumer l'existence d'éventuels cas de fraude, de cor
ruption ou de toute autre activité illégale (...), ou de faits graves, liés à l'exercice d'activités professionnelles (...) ». Voir le septième considéra
nt de l'accord interinstitutionnel en ce qui concer ...[+++]ne la modification du statut.