Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «zich over het beroep tegen de inbeslagneming heeft uitgesproken » (Néerlandais → Allemand) :

Volgens artikel 464/36, § 6, van het Wetboek van strafvordering is het vonnis van de strafuitvoeringsrechter, waarbij deze zich over het beroep tegen de inbeslagneming heeft uitgesproken, niet vatbaar voor cassatieberoep.

Gemäß Artikel 464/36 § 6 des Strafprozessgesetzbuches ist gegen das Urteil des Strafvollstreckungsrichters, mit dem dieser über die Beschwerde gegen die Sicherstellung entschieden hat, keine Kassationsbeschwerde möglich.


Die verplichting tot betekening, en de verplichting tot neerlegging van de stukken die eruit voortvloeit, heeft tot gevolg, enerzijds, dat de termijn van 60 dagen waarbinnen de auteur van het beroep nieuwe stukken of nieuwe grieven kan doen gelden, ingaat (artikel 378, tweede lid, en artikel 381), en, anderzijds, dat, bij het verstrijken van die termijn, aan de ove ...[+++]

Diese Verpflichtung zur Zustellung, mit der sich daraus ergebenden Verpflichtung zur Hinterlegung der Schriftstücke, hat einerseits zur Folge, die Frist von 60 Tagen zu eröffnen, in der der Beschwerdeführer neue Schriftstücke oder neue Beschwerden vorlegen kann (Artikel 378 Absatz 2 und Artikel 381), und andererseits, es bei Ablauf dieser Frist der Behörde, die über die Beschwerde geurteilt hat, zu ermöglichen, in der Kanzlei des A ...[+++]


Uit de combinatie van de artikelen 378, 380, 381 en 382 van het WIB 1992 vloeit voort dat de in artikel 381, eerste lid, bedoelde verplichting tot betekening van het beroep ertoe strekt - naast het informeren van de tegenpartij, namelijk de belastingheffende overheid - de overheid die zich over het bezwaar heeft uitgesproken, ertoe te verplichten de stukken van het dossier ter griffie van het hof van beroe ...[+++]

Aus der Verbindung der Artikel 378, 380, 381 und 382 des EStGB 1992 ergibt sich, dass die in Artikel 381 Absatz 1 vorgesehene Verpflichtung zur Zustellung der Beschwerde bezweckt - neben der Information der Gegenpartei, das heißt der besteuernden Behörde -, die Behörde, die über den Widerspruch geurteilt hat, zu verpflichten, die Schriftstücke der Akte bei der Kanzlei des Appellationshofes zu hinterlegen und am selben Tag den Beschwerdeführer über diese Hinterlegung zu informieren (Artikel 380).


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 26 november 2014 in zake Khalid Oussaih, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 december 2014, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudigin ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 24. November 2014 in Sachen Khalid Oussaih, dessen Ausfertigung am 12. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Kassationshof folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des königlichen Erlasses Nr. 236 vom 20. Januar 1936 zur Vereinfachung bestimmter Formen des Strafverfahrens in Bezug auf Inhaftierte, bestätigt durch das Gesetz vom 4. ...[+++]


Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die bepaling, in zoverre zij voor de verdachte in een termijn van vierentwintig uren voorziet om verzet aan te tekenen tegen de beschikking van de raadkamer waarbij de feiten bewezen worden verklaard en waarbij de opschorting van de uitspraak van de veroordeling wordt uitgesproken, terwijl ...[+++]

Mit der Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gebeten, über die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden, insofern darin für den Beschuldigten eine Frist von vierundzwanzig Stunden vorgesehen sei, um Einspruch gegen den Beschluss der Ratskammer einzulegen, mit dem der Tatbestand für erwiesen erklärt und die Aussetzung der Verkündung der Verurteilung beschlossen werde, während aufgrund von Artikel 135 §§ 1 und 3 des Strafprozessgesetzbuches der Prokurator des Königs und die Zivilparte ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A.M. tegen V. V. V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft het Hof van Cassatie de vo ...[+++]

Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 18. März 2015 in Sachen A.M. gegen V. V. V. ...[+++]


« Schendt artikel 57/12, vierde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat deze wetsbepaling een verschillende behandeling impliceert tussen de kandidaat-vluchtelingen die onmiddellijk moeten verschijnen voor een drieledige kamer, waarvan geen enkel lid zich reeds over het beroep heeft ...[+++] uitgesproken, en de kandidaat-vluchtelingen, die moeten verschijnen voor een alleenrechtsprekend lid, dat ervoren reeds geoordeeld heeft dat het beroep kennelijk ongegrond lijkt ?

« Verstösst Artikel 57/12 Absatz 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, abgeändert durch das Gesetz vom 6. Mai 1993, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied beinhaltet zwischen den Asylbewerbern, die unmittelbar vor einer Drei-Richter-Kammer erscheinen müssen, in der kein einziges Mitglied bereits über den Widerspruch befunden hat, und den Asylbewerbern, die vor einem ...[+++]


« Schendt artikel 57/12, vierde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat deze wetsbepaling een verschillende behandeling impliceert tussen de kandidaat-vluchtelingen die onmiddellijk moeten verschijnen voor een drieledige kamer, waarvan geen enkel lid zich reeds over het beroep heeft ...[+++] uitgesproken, en de kandidaat-vluchtelingen, die worden opgeroepen om te verschijnen voor een alleenrechtsprekend lid, dat tevoren op zicht van het verzoekschrift en zonder enig tegensprekelijk debat geoordeeld heeft dat het beroep kennelijk ongegrond lijkt ?

« Verstösst Artikel 57/12 Absatz 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, abgeändert durch das Gesetz vom 6. Mai 1993, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied beinhaltet zwischen den Asylbewerbern, die unmittelbar vor einer Drei-Richter-Kammer erscheinen müssen, in der kein einziges Mitglied bereits über den Widerspruch befunden hat, und den Asylbewerbern, die auf ...[+++]


« Schendt artikel 57/12, vierde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat deze wetsbepaling een verschillende behandeling impliceert tussen de kandidaat-vluchtelingen, die moeten verschijnen voor een drieledige kamer, waarvan geen enkel lid zich reeds over het beroep heeft ...[+++] uitgesproken, en de kandidaat-vluchtelingen, die moeten verschijnen voor een alleenrechtsprekend lid, dat ervoren reeds geoordeeld heeft dat het beroep kennelijk ongegrond lijkt ?

« Verstösst Artikel 57/12 Absatz 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, abgeändert durch das Gesetz vom 6. Mai 1993, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied beinhaltet zwischen den Asylbewerbern, die vor einer Drei-Richter-Kammer erscheinen müssen, in der kein einziges Mitglied bereits über den Widerspruch befunden hat, und den Asylbewerbern, die vor einem Einzelrichte ...[+++]


« Schendt artikel 57/12, vierde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1993, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de mate dat deze wetsbepaling een verschillende behandeling impliceert tussen de kandidaat-vluchtelingen die onmiddellijk moeten verschijnen voor een drieledige kamer, waarvan geen enkel lid zich reeds over het beroep heeft ...[+++] uitgesproken, en de kandidaat-vluchtelingen, die moeten verschijnen voor een alleenrechtsprekend lid, dat ervoren reeds geoordeeld heeft dat het beroep kennelijk ongegrond lijkt ?

« Verstösst Artikel 57/12 Absatz 4 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern, abgeändert durch das Gesetz vom 6. Mai 1993, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied beinhaltet zwischen den Asylbewerbern, die unmittelbar vor einer Drei-Richter-Kammer erscheinen müssen, in der kein einziges Mitglied bereits über den Widerspruch befunden hat, und den Asylbewerbern, die vor einem ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'zich over het beroep tegen de inbeslagneming heeft uitgesproken' ->

Date index: 2020-12-28
w