De wetgever h
eeft ervoor gezorgd zelf de taken van die ambtenaren te preciseren in de §§ 2 en 3 van artikel 47decies, en wanneer hij de Koning ermee heeft belast de werkingsregels te preciseren, moet de Koning dat doen « met inachtneming van een
permanente controle over de betrouwbaarheid van de informanten, van de afscherming van de identiteit van de informanten en van d
e vrijwaring van de fysieke, psychische en morele integriteit
...[+++] van de contactambtenaren » (artikel 47decies, § 4).
Der Gesetzgeber hat darauf geachtet, selbst die Aufgaben dieser Beamten in den §§ 2 und 3 von Artikel 47decies zu präzisieren, und wenn er den König beauftragt hat, die Regeln für die Arbeitsweise zu präzisieren, muss Er dies tun « unter Berücksichtigung einer ständigen Kontrolle der Zuverlässigkeit der Informanten, des Schutzes der Identität der Informanten sowie der Gewährleistung der körperlichen, psychischen und moralischen Unversehrtheit der Kontaktbeamten » (Artikel 47decies § 4).