Bij het beoordelen van vormen van horizontale samenwerking kan momenteel een beroep gedaan worden op twee groepsvrijstellingsverordeningen (betreffende overeenkomsten inzake onderzoek en ontwikkeling (OO) en betreffende specialisatieovereenkomsten) en twee interpretatieve bekendmakingen (over bijzondere vraagstukken als gemeenschappelijke ondernemingen met het karakter van een samenwerkingsverband).
Gegenwärtig werden solche Vereinbarungen nach Maßgabe von zwei Verordnungen zur gruppenweisen Freistellung von Vereinbarungen über Forschung und Entwicklung (FuE) bzw. Spezialisierungsvereinbarungen vom Kartellverbot und zwei Bekanntmachungen zu Auslegungsfragen (insbesondere betreffend kooperative Gemeinschaftsunternehmen) beurteilt.