Traduction de «tussen de belgische onderneming umicore » (Néerlandais → Allemand) :

« Schendt artikel 26, eerste lid, van het WIB 1992, in de versie ervan die van toepassing is op de aanslagjaren 2002 tot 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het leidt tot een dubbele economische belasting van het abnormale en/of goedgunstige voordeel dat door een Belgische onderneming aan een andere Belgische onderneming is verleend, terwijl die dubbele belasting op grond van de artikelen 4, 6, 7 en 12 van het Europees Arbitrageverdrag van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen kan worden vermeden indien de verkrijger van het voordeel een in het buitenland gevestigde onderneming is ?
« Verstößt Artikel 26 Absatz 1 des EStGB 1992 in der für die Steuerjahre 2002 bis 2004 geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zu einer wirtschaftlichen Doppelbesteuerung des ungewöhnlichen und/oder freiwilligen Vorteils, der von einem belgischen Unternehmen einem anderen belgischen Unternehmen gewährt wurde, führt, während diese Doppelbesteuerung aufgrund der Artikel 4, 6, 7 und 12 des europäischen Schiedsübereinkommens vom 23. Juli 1990 über die Beseitigung der Doppelbesteuerung im Falle von Gewinnberichtigungen zwischen verbundenen Unternehmen vermieden werden kann, wenn der Empfänger des Vorteils ein im Ausland ansässiges Unternehmen ist?

15. is ingenomen met het feit dat de gastlandovereenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de Belgische autoriteiten betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere te verstrekken ondersteuning op 3 februari 2012 werd ondertekend;
15. begrüßt, dass das Sitzabkommen zwischen dem Gemeinsamen Unternehmen und den belgischen Behörden zur Regelung der Bereitstellung von Büroräumen, der Vorrechte und Befreiungen sowie der sonstigen Unterstützung am 3. Februar 2012 unterzeichnet wurde;

14. is ingenomen met het feit dat de gastlandovereenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de Belgische autoriteiten betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere te verstrekken ondersteuning op 3 februari 2012 werd ondertekend;
14. begrüßt, dass das Sitzabkommen zwischen dem Gemeinsamen Unternehmen und den belgischen Behörden zur Regelung der Bereitstellung von Büroräumen, der Vorrechte und Befreiungen sowie der sonstigen Unterstützung am 3. Februar 2012 unterzeichnet wurde;

15. is ingenomen met het feit dat de gastlandovereenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de Belgische autoriteiten betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere ondersteuning in februari 2012 werd ondertekend;
15. begrüßt, dass das Sitzabkommen zwischen dem gemeinsamen Unternehmen und den belgischen Behörden über die Bereitstellung von Büroräumen, die Vorrechte und Befreiungen und die sonstige Unterstützung im Februar 2012 unterzeichnet wurde;

13. is ingenomen met het feit dat de gastlandovereenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de Belgische autoriteiten betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere te verstrekken ondersteuning op 3 februari 2012 werd ondertekend;
13. begrüßt, dass das Sitzabkommen zwischen dem gemeinsamen Unternehmen und den belgischen Behörden zur Regelung der Bereitstellung von Büroräumen, der Vorrechte und Befreiungen sowie der sonstigen Unterstützung am 3. Februar 2012 unterzeichnet wurde;

18. is ingenomen met het feit dat de gastlandovereenkomst tussen de gemeenschappelijke onderneming en de Belgische autoriteiten betreffende kantoorruimte, voorrechten en immuniteiten en andere te verstrekken ondersteuning op 3 februari 2012 werd ondertekend;
18. begrüßt, dass das Sitzabkommen zwischen dem gemeinsamen Unternehmen und den belgischen Behörden zur Regelung der Bereitstellung von Büroräumen, der Vorrechte und Befreiungen sowie der sonstigen Unterstützung am 3. Februar 2012 unterzeichnet wurde;

« Schendt artikel 26, eerste lid, van het WIB 1992, in de versie ervan die van toepassing is op de aanslagjaren 2002 tot 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het leidt tot een dubbele economische belasting van het abnormale en/of goedgunstige voordeel dat door een Belgische onderneming aan een andere Belgische onderneming is verleend, terwijl die dubbele belasting op grond van de artikelen 4, 6, 7 en 12 van het Europees Arbitrageverdrag van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen kan worden vermeden indien de verkrijger van het voordeel een in het buitenland gevestigde onderneming is ?
« Verstösst Artikel 26 Absatz 1 des EStGB 1992 in der auf die Steuerjahre 2002 bis 2004 anwendbaren Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er zu einer wirtschaftlichen Doppelbesteuerung des ungewöhnlichen und/oder freiwilligen Vorteils, der von einem belgischen Unternehmen einem anderen belgischen Unternehmen gewährt wurde, führt, während diese Doppelbesteuerung aufgrund der Artikel 4, 6, 7 und 12 des europäischen Schiedsübereinkommens vom 23. Juli 1990 über die Beseitigung der Doppelbesteuerung im Falle von Gewinnberichtigungen zwischen verbundenen Unternehmen vermieden werden kann, wenn der Empfänger dieses Vorteils ein im Ausland ansässiges Unternehmen ist?

« Schenden de wet van 14 december 1972 houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Luxemburg op 17 september 1970, en dientengevolge de Overeenkomst tussen België en Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het Slotprotocol, ondertekend te Luxemburg op 17 september 1970, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre de beoefenaar van een vrij beroep, Belgisch inwoner, die in het Groothertogdom Luxemburg over een vaste basis beschikt, in België wordt belast op de interesten van zijn in het Groothertogdom Luxemburg geïnde professionele schuldvorderingen, terwijl een ondernemer, Belgisch inwoner, die in het Groothertogdom Luxemburg over een vaste basis beschikt, niet in België wordt belast op de interesten van zijn in het Groothertogdom Luxemburg geïnde professionele schuldvorderingen ?
« Verstossen das Gesetz vom 14. Dezember 1972 zur Zustimmung zum Abkommen zwischen Belgien und Luxemburg zur Vermeidung der Doppelbesteuerung und zur Regelung bestimmter anderer Angelegenheiten auf dem Gebiet der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen, und zum Schlussprotokoll, geschehen zu Luxemburg am 17. September 1970, und demzufolge das Abkommen zwischen Belgien und Luxemburg zur Vermeidung der Doppelbesteuerung und zur Regelung bestimmter anderer Angelegenheiten auf dem Gebiet der Steuern vom Einkommen und vom Vermögen und das Schlussprotokoll, geschehen zu Luxemburg am 17. September 1970, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern ein Freiberufler als belgischer Ansässiger, der im Grossherzogtum Luxemburg über eine feste Einrichtung verfügt, aufgrund der Zinsen seiner im Grossherzogtum Luxemburg eingetriebenen beruflichen Schuldforderungen in Belgien besteuert wird, während ein Unternehmer als belgischer Ansässiger, der im Grossherzogtum Luxemburg über eine feste Einrichtung verfügt, nicht aufgrund der Zinsen seiner im Grossherzogtum Luxemburg eingetriebenen beruflichen Schuldforderungen in Belgien besteuert wird?

Overwegende dat de steunmaatregel van de Belgische Regering in het onderhavige geval het handelsverkeer tussen Lid-Staten ongunstig kan beïnvloeden en de mededinging in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag kan vervalsen door begunstiging van de betrokken onderneming en de produktie van ceramisch sanitair en vaatwerk;
Die Beihilfe der belgischen Regierung ist in dem vorliegenden Fall dazu geeignet, im Sinne von Artikel 92 Absatz 1 des Vertrages den Handel zwischen Mitgliedstaaten zu beeinträchtigen und den Wettbewerb zu verfälschen bzw. sie droht diesen zu verfälschen indem sie das betreffende Unternehmen und die Produktion von sanitär-keramischen Gegenständen und Geschirr begünstigt.