De lidstaten kunnen de hoeveelheden en de waarde van de goederen waarvoor een vrijstelling krachtens de hoofdstukken 2, 3 en 4 geldt, beperken, teneinde eventuele misbruiken te voorkomen en het hoofd te bieden aan belangrijke concurrentieverstoringen.
Die Mitgliedstaaten können die Menge oder den Wert der Gegenstände begrenzen, für die die Befreiung nach den Kapiteln 2, 3 und 4 gilt, um Missbräuchen und bedeutsamen Wettbewerbsverzerrungen entgegenzuwirken.