[19] In artikel 4, lid 1, wordt bepaald: "Voor zover mogelijk zien de lidstaten er met passende middelen op toe dat de omroeporganisaties het grootste gedeelte van hun niet aan informatie, sport, spel, reclame, teletekst en telewinkelen gewijde zendtijd reserveren voor Europese producties in de zin van artikel 6".
[19] Laut Artikel 4 Absatz 1 „tragen [die Mitgliedstaaten] im Rahmen des praktisch Durchführbaren und mit angemessenen Mitteln dafür Sorge, dass die Fernsehveranstalter den Hauptanteil ihrer Sendezeit, die nicht aus Nachrichten, Sportberichten, Spielshows oder Werbe- und Teleshoppingleistungen besteht, der Sendung von europäischen Werken im Sinne des Artikels 6 vorbehalten.“