Vertaling van "stuit op administratieve " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

administratieve formaliteit [ administratieve kosten | administratieve lasten | bureaucratie | vereenvoudiging van administratieve formaliteiten ]
Verwaltungsformalität [ Bürokratie | Kosten der administrativen Formalitäten | Kosten der Verwaltung | Vereinfachung der administrativen Formalitäten | Verwaltungsaufwand | Verwaltungslasten ]

administratieve organisatie
Verwaltungsorganisation

comité voor administratieve en financiële aangelegenheden | commissie Administratieve en Financiële Aangelegenheden | commissie voor administratieve en financiële aangelegenheden | CAFA [Abbr.]
Ausschuss Verwaltungs- und Finanzangelegenheiten | Kommission für Finanz- und Verwaltungsfragen | CAAF [Abbr.] | CAFA [Abbr.]

administratieve begroting van de uitgaven | administratieve uitgavenbegroting
administrativer Ausgabenhaushaltsplan | administrativer Haushaltsplan

stuiting van de verjaring
Verjährungsunterbrechung | Unterbrechung der Verjährung

stuiting
Unterbrechung

toegang tot administratieve stukken | toegankelijkheid van administratieve stukken
Zugang zu Verwaltungsdokumenten

administratieve akte | administratieve akte/daad
Verwaltungsakt

administratieve rechtspraak [ administratieve rechtbank | Algemene Rekenkamer | Centrale Raad van Beroep | Rekenhof ]
Verwaltungsgerichtsbarkeit [ Oberverwaltungsgericht | Rechnungshof | Verwaltungsgericht ]

administratieve zetel
Verwaltungssitz

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In de nationale verslagen wordt vastgesteld dat de administratieve samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de lidstaten weliswaar is verbeterd, maar dat deze weinig gestructureerd is en op taalproblemen stuit.
Gemäß den Berichten der Mitgliedstaaten hat sich die Verwaltungszusammenarbeit zwischen den zentralen Behörden der Mitgliedstaaten zwar verbessert, doch ist diese nach wie vor kaum strukturiert und aufgrund der sprachlichen Hindernisse problematisch.

F. overwegende dat de mobiliteit van vennootschappen nog steeds op hoge administratieve lasten alsmede sociale en fiscale kosten stuit, als gevolg van de houding van de Commissie die in haar effectbeoordeling van 2007 verklaarde "geen actie" als beste optie te beschouwen omdat verder optreden van de EU niet nodig zou zijn;
F. in der Erwägung, dass als Folge der Ausführungen der Kommission in deren Folgenabschätzung aus dem Jahr 2007, in der es heißt, dass die Option, den Status quo beizubehalten, verhältnismäßiger erscheine, da sie keine weiteren Maßnahmen vonseiten der EU erfordere, die Mobilität von Unternehmen nach wie vor mit einem hohen Verwaltungsaufwand sowie mit sozialen und steuerlichen Kosten verbunden ist;

F. overwegende dat de mobiliteit van vennootschappen nog steeds op hoge administratieve lasten alsmede sociale en fiscale kosten stuit, als gevolg van de houding van de Commissie die in haar effectbeoordeling van 2007 verklaarde „geen actie” als beste optie te beschouwen omdat verder optreden van de EU niet nodig zou zijn ;
F. in der Erwägung, dass als Folge der Ausführungen der Kommission in deren Folgenabschätzung aus dem Jahr 2007, in der es heißt, dass die Option, den Status quo beizubehalten, verhältnismäßiger erscheine, da sie keine weiteren Maßnahmen vonseiten der EU erfordere , die Mobilität von Unternehmen nach wie vor mit einem hohen Verwaltungsaufwand sowie mit sozialen und steuerlichen Kosten verbunden ist;

C. overwegende dat het MKB nog steeds aanzienlijke problemen ondervindt bij de uitbreiding van zijn werkzaamheden, verbetering van zijn vermogen te innoveren en toegang te krijgen tot markten, en dat deze problemen voornamelijk voortkomen uit de moeilijkheden waarop het MKB stuit bij het krijgen van financiering en de aanhoudende administratieve belasting die verder moet worden beperkt;
C. in der Erwägung, dass KMU weiterhin bei der Ausweitung ihrer Aktivitäten, der Verbesserung ihrer Innovationsfähigkeit oder dem Zugang zu Märkten vor erheblichen Problemen stehen, die sich vor allem aus den Schwierigkeiten der Unternehmen bei der Aufbringung von Finanzmitteln sowie aus dem weiterhin erforderlichen Verwaltungsaufwands ergeben, die stärker verringert werden sollten,

« Schendt artikel 4 van de wet van 25 juli 2008 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit met het oog op het stuiten van de verjaring van de vordering tot schadevergoeding ten gevolge van een beroep tot vernietiging bij de Raad van State, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 2244 Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat deze artikelen in een ongelijke behandeling op het vlak van de stuiting van de verjaring voorzien in geval van een beroep tot vernietiging van een administratieve handeling bij de Raad van State ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 25 juli 2008 tussen diegene ten voordele van wie de verjaring van de vordering tot herstel van de schade veroorzaakt door de vernietigde administratieve handeling verworven is en die over een in kracht van gewijsde gegane beslissing beschikt waartegen geen cassatieberoep is ingediend en waarbij de vordering verjaard is verklaard, en diegene ten voordele van wie de verjaring van de vordering tot herstel van de schade veroorzaakt door de vernietigde administratieve handeling eveneens verworven is, maar die echter niet over een dergelijke in kracht van gewijsde gegane beslissing dienaangaande beschikt ?
« Verstösst Artikel 4 des Gesetzes vom 25. Juli 2008 zur Abänderung des Zivilgesetzbuches und der koordinierten Gesetze vom 17. Juli 1991 über die Staatsbuchführung im Hinblick auf die Unterbrechung der Verjährung der Schadenersatzklage infolge einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat, an sich oder in Verbindung mit Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmungen einen Behandlungsunterschied in Bezug auf die Unterbrechung der Verjährung im Falle einer vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 25. Juli 2008 beim Staatsrat erhobenen Klage auf Nichtigerklärung eines Verwaltungsaktes herbeiführen, und zwar zwischen demjenigen, zu dessen Vorteil die Verjährung der Klage auf Wiedergutmachung des durch den für nichtig erklärten Verwaltungsakt verursachten Schadens erworben ist und der über eine rechtskräftig gewordene Entscheidung verfügt, gegen die keine Kassationsbeschwerde eingelegt wurde und durch die die Klage für verjährt erklärt wurde, und demjenigen, zu dessen Vorteil die Verjährung der Klage auf Wiedergutmachung des durch den für nichtig erklärten Verwaltungsakt verursachten Schadens ebenfalls erworben ist, der aber diesbezüglich nicht über eine solche rechtskräftig gewordene Entscheidung verfügt?

« Schendt artikel 4 van de wet van 25 juli 2008 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit met het oog op het stuiten van de verjaring van de vordering tot schadevergoeding ten gevolge van een beroep tot vernietiging bij de Raad van State, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 2244 Burgerlijk Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat deze artikelen in een ongelijke behandeling op het vlak van de stuiting van de verjaring voorzien in geval van een beroep tot vernietiging van een administratieve handeling bij de Raad van State ingediend vóór de inwerkingtreding van de wet van 25 juli 2008 tussen diegene ten voordele van wie de verjaring van de vordering tot herstel van de schade veroorzaakt door de vernietigde administratieve handeling verworven is en die over een in kracht van gewijsde gegane beslissing beschikt waartegen geen cassatieberoep is ingediend en waarbij de vordering verjaard is verklaard, en diegene ten voordele van wie de verjaring van de vordering tot herstel van de schade veroorzaakt door de vernietigde administratieve handeling eveneens verworven is, maar die echter niet over een dergelijke in kracht van gewijsde gegane beslissing dienaangaande beschikt ?
« Verstösst Artikel 4 des Gesetzes vom 25hhhhqJuli 2008 zur Abänderung des Zivilgesetzbuches und der koordinierten Gesetze vom 17hhhhqJuli 1991 über die Staatsbuchführung im Hinblick auf die Unterbrechung der Verjährung der Schadenersatzklage infolge einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat, an sich oder in Verbindung mit Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmungen einen Behandlungsunterschied in Bezug auf die Unterbrechung der Verjährung im Falle einer vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 25hhhhqJuli 2008 beim Staatsrat erhobenen Klage auf Nichtigerklärung eines Verwaltungsaktes herbeiführen, und zwar zwischen demjenigen, zu dessen Vorteil die Verjährung der Klage auf Wiedergutmachung des durch den für nichtig erklärten Verwaltungsakt verursachten Schadens erworben ist und der über eine rechtskräftig gewordene Entscheidung verfügt, gegen die keine Kassationsbeschwerde eingelegt wurde und durch die die Klage für verjährt erklärt wurde, und demjenigen, zu dessen Vorteil die Verjährung der Klage auf Wiedergutmachung des durch den für nichtig erklärten Verwaltungsakt verursachten Schadens ebenfalls erworben ist, der aber diesbezüglich nicht über eine solche rechtskräftig gewordene Entscheidung verfügt?

Het Hof wordt ondervraagd over de eventuele discriminatie die uit die bepaling zou voortvloeien doordat zij niet zou voorzien in een grond voor stuiting of schorsing van de termijn waarbinnen de administratieve geldboete moet worden opgelegd, terwijl de termijn voor verjaring van de strafvordering, die is vastgesteld in artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, kan worden gestuit of geschorst in de gevallen bedoeld in de artikelen 22 en 24 van dezelfde titel.
Der Hof wird zu der etwaigen Diskriminierung befragt, die sich aus dieser Bestimmung ergeben würde, indem sie keinen Grund zur Unterbrechung oder Aussetzung der Frist, innerhalb deren die administrative Geldbusse auferlegt werden müsse, vorsehe, während die in Artikel 21 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches festgelegte Verjährungsfrist der Strafverfolgung in den Fällen, die in den Artikeln 22 und 24 desselben Titels vorgesehen sind, unterbrochen oder ausgesetzt werden könne.

De omzetting van het acquis vindt weliswaar tegen een bevredigend tempo plaats, maar bij gebrek aan de nodige administratieve capaciteit stuit de tenuitvoerlegging ervan nog steeds op problemen en heeft zij met vertraging te kampen.
Während die Übernahme des Besitzstandes in zufriedenstellender Weise vorankommt, stößt die Umsetzung auf Grund des Mangels an den erforderlichen Verwaltungskapazitäten nach wie vor auf Schwierigkeiten und weist Verzögerungen auf.

Er wordt vastgesteld dat de administratieve samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de lidstaten is verbeterd, maar dat deze weinig gestructureerd is en op taalproblemen stuit.
Es wird bestätigt, dass sich die Verwaltungszusammenarbeit zwischen den zentralen Behörden der Mitgliedstaaten zwar verbessert habe, diese jedoch kaum strukturiert sei und sich aufgrund der sprachlichen Hindernisse problematisch gestalte.