De Duitse autoriteiten hebben weliswaar verklaard dat de deelstaat Berlijn, doo
r de verkoop van de stille deelneming in 1994 respectievelijk de afstand van de winstaanspraken in 1998 aan BGB, volgens bedrijfseconomische maatstaven, een
passende vergoeding heeft gekregen voor de garantiefunctie van het IBB-kapitaal en dat de verkoop gebaseerd was op de rentabiliteitswaarde van LBB, waarin noodzakelijkerwijs de garantiefuncti
e van de bijzondere reserve van IBB v ...[+++]oor de activiteiten van LBB tegen marktprijzen vervat was.