2. « Schendt artikel 74bis, § 2, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behan
deling in het leven roept onder de politieke mandatarissen naargelang zij deelnemen aan de parlementsverkiezingen of aan de gemeenteraadsverkiezingen, in zoverre het voorziet in de mogelijkheid om een kandidaat voor de gemeen
teraadsverkiezingen zijn mandaat te ontzeggen wanneer die niet ...[+++] de bepalingen van de artikelen 3, § 2, of 7 van de wet van 7 juli 1994 ' betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn ' of van artikel 23, § 2, van het voormelde Wetboek in acht zou hebben g
enomen, terwijl een dergelijke mogelijkheid van ontzegging van mandaat
niet bestaat ten aanzien van de kandidaten voor de parlementsverkiezingen, vermits in die specifieke sanctie
niet wordt voorzien in de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen ?
2. « Verstösst Artikel 74bis § 2 des Brüsseler Gemeindewahlgesetzbuches gegen die Artikel 10 und
11 der Verfassung, indem er einen Behandlungsunterschied unter den Inhabern eines politischen Mandats herbeiführt, je nachdem, ob sie an den Parlamentswahlen oder an den Gemeindewahlen teilnehmen, insofern
er die Möglichkeit vorsieht, einem Kandidaten für
die Gemeindewahlen sein Mandat
zu entziehen, wenn dieser nicht ...[+++] die Bestimmungen der Artikel 3 § 2 oder 7 des Gesetzes vom 7. Juli 1994 ' über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Provinzial-, Gemeinde- und Distriktratswahlen und für die Direktwahl der Sozialhilferäte ' oder des Artikels 23 § 2 des vorerwähnten Gesetzbuches beachtet hätte, während eine solche Möglichkeit der Entziehung des Mandats
nicht bei Kandidaten für die Parlamentswahlen besteht, da diese spezifische Sanktion
nicht vorgesehen ist im Gesetz vom 4. Juli 1989 über die Einschränkung und Kontrolle der Wahlausgaben für die Wahlen der Föderalen Kammern und über die Finanzierung und die offene Buchführung der politischen Parteien?