Onverminderd de regeling bedoeld in de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (22), en behoudens artikel 53, tweede alinea, betreffende de betalingswijzen, artikel 54 betreffende het beheer van gelden ter goede rekening en artikel 111 betreffende de financiering van de hulp aan derde landen van dit Financieel Reglement, is de rekenplichtige als enige bevoegd het beheer te voeren over de kasmiddelen en waardepapieren.
Unbeschadet der in den Artikeln 4 und 5 der Verordnung (EWG) Nr. 729/70 des Rates vom 21. April 1970 über die Finanzierung der gemeinsamen Agrarpolitik (23), zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 2048/88 (24), vorgesehenen Regelung und vorbehaltlich von Artikel 53 Absatz 2 über die Zahlungsmodalitäten, von Artikel 54 über die Zahlstellen und von Artikel 111 über die Finanzierung der Aussenhilfe dieser Haushaltsordnung kann nur der Rechnungsführer Zahlungsmittel und andere Werte verwalten.