Vertaling van "nemen over belastingen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

over te nemen NV | over te nemen vennootschap
betroffene Gesellschaft

beslissen over kredietaanvragen | besluit nemen over kredietaanvragen
Entscheidungen über Darlehensanträge treffen

beslissen over verzekeringsaanvragen | besluit nemen over verzekeringsaanvragen
Entscheidung über Versicherungsanträge treffen

beslissen over het verstrekken van financiële middelen | besluit nemen over het verstrekken van financiële middelen
Entscheidung über die Bereitstellung von Mitteln treffen

Raadgevend Comité voor in crisissituaties te nemen maatregelen op de markt voor het goederenvervoer over de weg en voor de toepassing van de wetgeving betreffende de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot het binnenlands goederenvervoer over de weg in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn (cabotage)
Beratender Ausschuss für Maßnahmen bei Krisen auf dem Güterkraftverkehrsmarkt und für die Anwendung der Rechtsvorschriften zur Festlegung der Bedingungen für die Zulassung von Verkehrsunternehmen zum Güterkraftverkehr innerhalb eines Mitgliedstaats, in dem sie nicht ansässig sind (Kabotage)

belastingen over de totale loonsom
Steuern auf die Lohnsumme

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

F. overwegende dat directe belastingen krachtens het Verdrag voornamelijk een bevoegdheid van de lidstaten zijn; overwegende dat voor zover de EU bevoegdheid heeft op het gebied van belastingen, de uitoefening van die bevoegdheid meestal eenparigheid van stemmen in de Raad vereist; overwegende dat daardoor op EU-niveau nog geen besluiten van betekenis over vennootschapsbelasting zijn genomen, ondanks de recente ontwikkelingen in de EU-integratie in verband met de interne markt en andere gebieden die onder de EU-Verdragen vallen, zoals internationale handelsverdragen, de gemeenschappelijke munt, economische en budgettaire governance, alsmede antiwitwasbeginselen en ‑wetgeving; overwegende dat de lidstaten het Europese mededingingsrecht in acht moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat hun belastingwetgeving met de beginselen van de interne markt strookt en geen concurrentieverstoring veroorzaakt; overwegende dat de eenparigheidsregel in de Raad, door elke lidstaat een vetorecht te geven, de stimulans vermindert om van de status quo op te schuiven naar een meer samenwerkingsgezinde oplossing; merkt echter op dat er, tenzij de procedure van artikel 116 VWEU wordt gebruikt, een Verdragswijziging nodig zou zijn om de eenparigheidsvereiste op het gebied van directe belastingen te wijzigen;
F. in der Erwägung, dass die direkte Besteuerung vertragsgemäß in erster Linie in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fällt; in der Erwägung, dass in dem Maß, in dem die Besteuerung in die Zuständigkeit der EU fällt, für die Ausübung dieser Zuständigkeit im Rat gewöhnlich Einstimmigkeit erforderlich ist; in der Erwägung, dass dies dazu geführt hat, dass auf EU-Ebene trotz aktueller Entwicklungen bei der EU-Integration in Bezug auf den Binnenmarkt und andere Bereiche, die unter die EU-Verträge fallen, wie internationale Handelsabkommen, die gemeinsame Währung und die wirtschafts- und finanzpolitische Steuerung sowie die Grundsätze und die Rechtsvorschrift zur Bekämpfung von Geldwäsche, noch keine wesentlichen Entscheidungen im Bereich der Körperschaftsteuer getroffen wurden; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten das europäische Wettbewerbsrecht einhalten und sicherstellen müssen, dass ihre Steuergesetzgebung mit den Grundsätzen des Binnenmarkts vereinbar ist und nicht zu Wettbewerbsverzerrungen führt; in der Erwägung, dass der Grundsatz der Einstimmigkeit im Rat dadurch, dass jeder Mitgliedstaat ein Vetorecht hat, den Anreiz verringert, vom Status quo zu einer stärker auf Zusammenarbeit basierenden Lösung zu wechseln; in der Erwägung, dass eine Vertragsänderung erforderlich wäre, um das Erfordernis der Einstimmigkeit in Angelegenheiten der direkten Besteuerung zu ändern, wenn nicht auf das in Artikel 116 AEUV niedergelegte Verfahren zurückgegriffen wird;

F. overwegende dat directe belastingen krachtens het Verdrag voornamelijk een bevoegdheid van de lidstaten zijn; overwegende dat voor zover de EU bevoegdheid heeft op het gebied van belastingen, de uitoefening van die bevoegdheid meestal eenparigheid van stemmen in de Raad vereist; overwegende dat daardoor op EU-niveau nog geen besluiten van betekenis over vennootschapsbelasting zijn genomen, ondanks de recente ontwikkelingen in de EU-integratie in verband met de interne markt en andere gebieden die onder de EU-Verdragen vallen, zoals internationale handelsverdragen, de gemeenschappelijke munt, economische en budgettaire governance, alsmede antiwitwasbeginselen en -wetgeving; overwegende dat de lidstaten het Europese mededingingsrecht in acht moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat hun belastingwetgeving met de beginselen van de interne markt strookt en geen concurrentieverstoring veroorzaakt; overwegende dat de eenparigheidsregel in de Raad, door elke lidstaat een vetorecht te geven, de stimulans vermindert om van de status quo op te schuiven naar een meer samenwerkingsgezinde oplossing; merkt echter op dat er, tenzij de procedure van artikel 116 VWEU wordt gebruikt, een Verdragswijziging nodig zou zijn om de eenparigheidsvereiste op het gebied van directe belastingen te wijzigen;
F. in der Erwägung, dass die direkte Besteuerung vertragsgemäß in erster Linie in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten fällt; in der Erwägung, dass in dem Maß, in dem die Besteuerung in die Zuständigkeit der EU fällt, für die Ausübung dieser Zuständigkeit im Rat gewöhnlich Einstimmigkeit erforderlich ist; in der Erwägung, dass dies dazu geführt hat, dass auf EU-Ebene trotz aktueller Entwicklungen bei der EU-Integration in Bezug auf den Binnenmarkt und andere Bereiche, die unter die EU-Verträge fallen, wie internationale Handelsabkommen, die gemeinsame Währung und die wirtschafts- und finanzpolitische Steuerung sowie die Grundsätze und die Rechtsvorschrift zur Bekämpfung von Geldwäsche, noch keine wesentlichen Entscheidungen im Bereich der Körperschaftsteuer getroffen wurden; in der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten das europäische Wettbewerbsrecht einhalten und sicherstellen müssen, dass ihre Steuergesetzgebung mit den Grundsätzen des Binnenmarkts vereinbar ist und nicht zu Wettbewerbsverzerrungen führt; in der Erwägung, dass der Grundsatz der Einstimmigkeit im Rat dadurch, dass jeder Mitgliedstaat ein Vetorecht hat, den Anreiz verringert, vom Status quo zu einer stärker auf Zusammenarbeit basierenden Lösung zu wechseln; in der Erwägung, dass eine Vertragsänderung erforderlich wäre, um das Erfordernis der Einstimmigkeit in Angelegenheiten der direkten Besteuerung zu ändern, wenn nicht auf das in Artikel 116 AEUV niedergelegte Verfahren zurückgegriffen wird;

27. steunt het voornemen van de Commissie om een systeem op EU-niveau te ontwerpen om ervoor te zorgen dat belastingen worden betaald in het land waar de winst wordt gemaakt; is van mening dat eerlijke belastingen de reële en duurzame economie zullen aanzwengelen en groei en banen zullen helpen scheppen, en herinnert eraan dat de bestrijding van belastingontduiking moet worden gekoppeld aan de nationale begrotingen, maar ook aan de discussie over de eigen middelen van de EU; vraagt de Commissie het voortouw te nemen bij de vaststelling van gezamenlijke EU-maatregelen ter bestrijding van belastingparadijzen, met onder meer een voorstel betreffende de 14e vennootschapsrichtlijn waarin de opdeling van maatschappelijke zetels uitdrukkelijk wordt verboden, belastingparadijzen worden gedefinieerd, een Europese zwarte lijst wordt opgesteld en concrete maatregelen worden getroffen om belastingparadijzen uit te roeien;
27. unterstützt die Absicht der Kommission, auf EU‑Ebene ein System auszuarbeiten, mit dem sichergestellt würde, dass die Steuern in dem Land gezahlt werden, in dem der Gewinn erzeugt wird; vertritt die Auffassung, dass eine gerechte Besteuerung die Realwirtschaft und die nachhaltige Wirtschaft fördern wird, was zu Wachstum und Beschäftigung führen wird, und weist darauf hin, dass die Bekämpfung von Steuerhinterziehung und Steuerumgehung im Zusammenhang mit den nationalen Haushalten, aber auch mit der Diskussion um die Eigenmittel der EU erfolgen sollte; fordert die Kommission auf, eine führende Rolle bei der Entwicklung gemeinsamer Maßnahmen der EU zur Bekämpfung von Steuerparadiesen zu übernehmen, u. a. bei der Ausarbeitung eines Vorschlags zur 14. Gesellschaftsrechtrichtlinie, in der die Aufteilung von Unternehmenssitzen ausdrücklich ausgeschlossen wird, Steuerparadiese definiert werden, eine schwarze Liste für die EU enthalten ist und konkrete Maßnahmen zur Abschaffung von Steuerparadiesen eingeführt werden;

10. verzoekt de Commissie om spoedig een wetsvoorstel voor een rapportage per land in te dienen op basis van de normen van het initiatief inzake transparantie van winningsindustrieën (EITI) en artikel 1502 van de Wet Dodd-Frank in de Verenigde Staten; herinnert eraan dat dit door de Commissie ontwikkelingssamenwerking is voorgesteld als een parlementaire prioriteit in het kader van de gestructureerde dialoog over het werkprogramma van de Commissie voor 2012; dringt er bij de Commissie op aan in haar voorstel de eis op te nemen dat winningondernemingen per land rapporteren over verkoop en winsten, alsmede over belastingen en opbrengsten, als maatregel tegen corruptie en ter voorkoming van belastingontwijking; onderstreept dat transparantie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en een functionerend bestuur zowel ten goede komen aan de woningbedrijven als aan de samenleving van ontwikkelingslanden die rijk zijn aan grondstoffen; verzoekt de Commissie een wetgevingsvoorstel voor te bereiden dat equivalent is aan artikel 1502 van de Wet Dodd-Frank, dat bepaalt dat bedrijven die delfstoffen betrekken uit de Democratische Republiek Kongo en buurlanden, moeten aantonen met welke maatregelen zij waarborgen dat hun aankoop van deze delfstoffen niet ten goede komt aan gewapende groeperingen die schendingen van de mensenrechten begaan; roept de Europese Unie en de lidstaten in dit verband op druk uit te oefenen op de Europese ondernemingen die in ontwikkelingslanden werkzaam zijn, opdat zij een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van sociale verantwoordelijkheid en bevordering van fatsoenlijk werk;
10. fordert die Kommission auf, rasch einen Legislativvorschlag für eine länderbezogene Berichterstattung vorzulegen, der auf den Standards der Initiative für Transparenz in der Rohstoffwirtschaft (EITI) und auf dem Abschnitt 1502 des Dodd-Frank-Bundesgesetzes der Vereinigten Staaten beruht; weist nochmals darauf hin, dass der Entwicklungsausschuss bereits vorgeschlagen hatte, dies im Rahmen des strukturierten Dialogs zum Arbeitsprogramm der Kommission für 2012 als Priorität des Parlaments zu behandeln; fordert die Kommission auf, in ihren Vorschlag die Auflage aufzunehmen, wonach mineralgewinnende Unternehmen auf einzelne Länder bezogene Berichte über Verkäufe und Gewinne sowie über Steuern und Einnahmen erstellen müssen, damit der Korruption vorgebeugt und Steuerumgehung verhindert wird; betont, dass Transparenz, soziale Verantwortung der Unternehmen und eine funktionierende Verwaltung sowohl der mineralgewinnenden Industrie als auch den Unternehmen in ressourcenreichen Entwicklungsländern zugutekommen; fordert die Kommission auf, einen dem Abschnitt 1502 des Dodd-Frank-Bundesgesetzes der Vereinigten Staaten entsprechenden Legislativvorschlag auszuarbeiten, der Unternehmen, die Mineralien in der Demokratischen Republik Kongo und angrenzenden Ländern abbauen, zur Darlegung der Maßnahmen verpflichtet, mit denen sie dafür sorgen, dass bewaffnete Gruppen, die Menschenrechtsverletzungen begehen, nicht vom Verkauf dieser Mineralien profitieren; fordert die Europäische Union und ihre Mitgliedstaaten in diesem Zusammenhang auf, Druck auf die in Entwicklungsländern tätigen europäischen Unternehmen auszuüben und eine Vorbildrolle in Bezug auf soziale Verantwortung und die Förderung menschenwürdiger Arbeit zu übernehmen;

De mededeling handelt echter niet over heffingen of belastingen die tot doel hebben de overheidsmiddelen te recupereren die tijdens de huidige crisis zijn uitgetrokken om het banksysteem te stabiliseren of het nemen van buitensporige risico's of speculatie aan te pakken.
Eingegangen wird aber nicht auf die Frage, wie etwaige Abgaben oder Steuern, die die öffentlichen während der derzeitigen Krise zur Stabilisierung des Bankensystems verwendeten Mittel wieder eintreiben sollen, zu handhaben sind, um der Eingehung übermäßig hoher Risikopositionen oder der Spekulation vorzubeugen.

Art. 13. Het Waalse Gewest beslist de dienst van de gewestelijke belastingen, bepaald bij artikel 3, lid 1e, 1°, 2° en 3° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, namelijk de belasting op de spelen en weddenschappen, de belasting op de automatische ontspanningstoestellen en de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken overeenkomstig artikel 5, § 3, lid 1 in fine, eerste streepje, van bedoelde bijzondere wet van 16 januari 1989 over te nemen.
Art. 13 - Die Wallonische Region beschliesst, den Dienst der regionalen Steuern im Sinne von Artikel 3 Absatz 1 1°, 2° und 3° des Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 bezüglich der Finanzierung der Gemeinschaften und der Regionen, d.h. die Steuer auf Spiele und Wetten, die Spielautomatensteuer und die Steuer auf die Eröffnung von Schankstätten für gegorene Getränke in Ubereinstimmung mit Artikel 5 § 3 Absatz 1, in fine, erster Strich besagten Sondergesetzes vom 16. Januar 1989 zu übernehmen.

Niettemin blijft het een kwestie van de lidstaten zelf om beslissingen te nemen over belastingen, zoals ik reeds heb proberen duidelijk te maken.
Nichtsdestotrotz ist es nach wie vor Sache der einzelnen Mitgliedstaaten, Entscheidungen zur Besteuerung zu fällen, was ich hier deutlich machen wollte.

Door de bepalingen van de voormelde koninklijke besluiten die, volgens de decreetgever, essentiële elementen van de belasting op de automatische ontspanningstoestellen regelden, over te nemen in de bestreden bepalingen, heeft de decreetgever bovendien zich willen gedragen naar de rechtspraak van het Hof inzake het door de artikelen 170 en 172 van de Grondwet gewaarborgde wettigheidsbeginsel inzake belastingen.
Indem der Dekretgeber die Bestimmungen der vorerwähnten königlichen Erlasse, die nach Darlegung des Dekretgebers wesentliche Elemente der Steuer auf Spielautomaten regelten, in die angefochtenen Bestimmungen übernommen hat, wollte er ausserdem der Rechtsprechung des Hofes über das durch die Artikel 170 und 172 der Verfassung gewährleistete Legalitätsprinzip im Bereich der Steuern Folge leisten.

De bestreden bepalingen doen niets anders dan uitvoering geven aan het bepaalde in artikel 5, § 3, van de bijzondere financieringswet, volgens hetwelk de gewesten, inzake onroerende voorheffing, zijnde een gewestelijke belasting waarvan de opbrengst volledig aan de gewesten is toegewezen, bevoegd zijn om te beslissen voortaan zelf in te staan voor de dienst van de onroerende voorheffing, « d.w.z. om de inning van de onroerende voorheffing over te nemen van de federale administratie der directe belastingen, en dus de daartoe noodzakelijke decreetgeving uit te vaardigen ».
Die angefochtenen Bestimmungen brächten lediglich die Bestimmungen von Artikel 5 § 3 des Finanzierungssondergesetzes zur Ausführung, wonach die Regionen in bezug auf den Immobilienvorabzug, das heisst eine Regionalsteuer, deren Aufkommen vollständig den Regionen zugeteilt werde, zu der Entscheidung befugt seien, künftig selbst den Dienst des Immobilienvorabzugs zu gewährleisten, « das heisst die Erhebung des Immobilienvorabzugs von der föderalen Verwaltung der direkten Steuern zu übernehmen und folglich die dazu erforderlichen Dekrete zu erlassen ».

(3) De Commissie is bezorgd over de hoge niveaus van BTW-fraude die aan het licht zijn gebracht door de werkzaamheden van het subcomité fraudebestrijding (SCAF) van het Permanent Comité inzake administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (SCAC), en is er niet van overtuigd dat de lidstaten alle nodige stappen nemen om deze fraude te bestrijden.
(3) Die Kommission ist besorgt über das große Ausmaß der MwSt-Hinterziehung, das der Unterausschuß "Betrugsbekämpfung" (SCAF) des Ständigen Ausschusses für die Zusammenarbeit der Verwaltungsbehörden im Bereich der Indirekten Besteuerung (SCAC) festgestellt hat und sie ist nicht davon überzeugt, daß die Mitgliedstaaten alles zur Betrugsbekämpfung erforderliche tun.