16. dringt sterk aan op maatregelen om iets te doen aan het zogenoemde "Kopenhaagse dilemma", de situatie waarin de Unie hoge normen vaststelt voor kandid
aat-landen, maar de nodige instrumenten voor de
bestaande lidstaten mist; pleit voor de oprichting, bij voorkeur in het kader van een interinstitutionele overeenkomst, van een "commissie-Kopenhagen" bestaande uit onafhankelijke deskundigen op hoog niveau inzake grondrechten, die ook door het Parlement worden aangewezen; deze commissie dient erop toe te zien dat alle lidstaten voldo
...[+++]en aan de in artikel 2 van het VEU vervatte gemeenschappelijke waarden en dat zij de "Kopenhagen-criteria" voortdurend naleven, waarbij zij adviezen en verslagen uitbrengt over aangelegenheden omtrent de grondrechten, in afwachting van de wijziging van de verordening tot oprichting van het Bureau voor de grondrechten die het bureau een breder toepassingsgebied en sterkere bevoegdheden moet verlenen, zoals herhaaldelijk werd gevraagd door het Parlement; 16. fordert umgehend Maßnahmen, um das sogenannte „Kopenhagen-Dilemma“ zu lösen, dem zufolge die Union hohe Maßstäbe festlegt, die von den Bewerberländern zu erfüllen sind, für die Mitgliedstaaten je
doch keine entsprechenden Instrumente vorhanden sind; fordert – vorzugsweise auf der Grundlage einer interinstitutionellen Vereinbarung – die Errichtung einer aus unabhängigen hochrangigen – unter anderem vom Parlament berufenen – Grundrechteexperten zusammengesetzten „Kopenhagen-Kommission“, deren Ziele darin bestehen, die Einhaltung der in Artikel 2 EUV verankerten gemeinsamen Werte durch alle Mitgliedstaaten und die Kontinuität der „Kopen
...[+++]hagen-Kriterien“ sicherzustellen, und die im Zusammenhang mit Grundrechtefragen solange beratend tätig wird und Berichte erstellt, bis die Verordnung zur Errichtung einer Agentur für Grundrechte geändert wurde und der Agentur – wie vom Parlament wiederholt gefordert – ein größerer Aufgabenbereich und vermehrte Befugnisse übertragen wurden; 
