Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 320/84 van de Raad van 31 januari 1984 inzake de vaststelling van de voor 1984 geldende voorlopige totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen van visbestanden in de visserijzone van de Gemeenschap en het voor de Gemeenschap voorlopig beschikbare gedeelte van deze vangsten, de verdeling van dit gedeelte over de Lid-Staten en de bij de visserij in het kader van de totaal toegestane vangsten in acht te nemen voorschriften (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2666/84 (4), quota's vastlegt voor haring voor 1984;
Die Verordnung (EWG) Nr. 320/84 des Rates vom 31. Januar 1984 zur Festlegung der vorläufig zulässigen Gesamtfangmenge und des für die Gemeinschaft vorläufig verfügbaren Anteils, der Aufteilung dieses Anteils auf die Mitgliedstaaten sowie der Fangbedingungen hinsichtlich der zulässigen Gesamtfangmengen für bestimmte Fischbestände oder Bestandsgruppen in der Fischereizone der Gemeinschaft für 1984 (3), zuletzt geändert durch Verordnung (EWG) Nr. 2666/84 (4), sieht Quoten vor für Hering für 1984.