Vertaling van "internationale wetenschappelijke inzichten " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Internationale Wetenschappelijke Radio-Unie | URSI [Abbr.]
internationale wissenschaftliche Funkgenossenschaft

Internationale wetenschappelijke samenwerking | IWS [Abbr.]
Internationale wissenschaftliche Zusammenarbeit

Strategisch Forum voor internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking | SFIC [Abbr.]
Strategisches Forum für die internationale wissenschaftlich-technische Zusammenarbeit | SFIC [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

7. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40%; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C-doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
7. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, erforderlich ist; fordert, diese Verringerungen im Inland zu erzielen; weist darauf hin, dass der Europäischen Union und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2 °C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2 °C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

6. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40 %; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C- doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
6. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, und zwar im Inland, erforderlich ist; weist darauf hin, dass der EU und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2‑°C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2‑°C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

de technische vooruitgang, wijzigingen in de meest toepasselijke geharmoniseerde Europese normen of internationale specificaties, en nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van beroepsmatige blootstelling aan optische straling.
des technischen Fortschritts, der Entwicklung der geeignetsten harmonisierten europäischen Normen oder internationalen Spezifikationen und neuer wissenschaftlicher Erkenntnisse auf dem Gebiet der Exposition gegenüber optischer Strahlung am Arbeitsplatz.

Met betrekking tot Richtlijn 2006/25/EG moet de Commissie de bevoegdheid worden gegeven om over te gaan tot zuiver technische wijzigingen in de bijlagen in verband met de vaststelling van richtlijnen op het gebied van de technische harmonisatie en normalisatie met betrekking tot het ontwerp, de bouw, de vervaardiging of de constructie van arbeidsmiddelen en/of werkplekken, de technische vooruitgang, wijzigingen in de meest toepasselijke geharmoniseerde Europese normen of internationale specificaties, en nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van beroepsmatige blootstelling aan optische straling.
Was die Richtlinie 2006/25/EG betrifft, sollte die Kommission die Befugnis erhalten, rein technische Änderungen der Anhänge der Richtlinie nach Maßgabe der zur technischen Harmonisierung und Normung im Bereich von Auslegung, Bau, Herstellung oder Konstruktion von Arbeitsmitteln und/oder Arbeitsstätten erlassenen Richtlinien und unter Berücksichtigung des technischen Fortschritts, der Entwicklung der geeignetsten harmonisierten europäischen Normen oder internationalen Spezifikationen und neuer wissenschaftlicher Erkenntnisse auf dem Gebiet der Exposition gegenüber optischer Strahlung am Arbeitsplatz vorzunehmen.

de technische vooruitgang, wijzigingen in de meest toepasselijke geharmoniseerde Europese normen of internationale specificaties, en nieuwe wetenschappelijke inzichten op het gebied van beroepsmatige blootstelling aan optische straling,
des technischen Fortschritts, der Entwicklung der geeignetsten harmonisierten europäischen Normen oder internationalen Spezifikationen und neuer wissenschaftlicher Erkenntnisse auf dem Gebiet der Exposition gegenüber optischer Strahlung am Arbeitsplatz.

21. betreurt de unilaterale aankondiging door de regering van de VS in maart 2001 dat de VS het protocol van Kyoto niet zal uitvoeren; herinnert eraan dat de Verenigde Staten 's werelds grootste vervuiler zijn en alleen de grootste bijdrage aan de klimaatverandering leveren en dat een overweldigende consensus van de internationale wetenschappelijke inzichten klimaatverandering als de ernstigste bedreiging voor het milieu in de wereld heeft aangewezen;
21. bedauert die einseitige Erklärung der amerikanischen Regierung vom März 2001, wonach die USA das Kyoto-Protokoll nicht umsetzen werden; weist darauf hin, dass die Vereinigten Staaten der weltweit größte Verursacher von Umweltbelastung sind und bei weitem am meisten zur Klimaänderung beitragen und dass die internationale Wissenschaftsgemeinschaft weitgehend einmütig den Klimawandel als die bedenklichste Umweltgefahr für die gesamte Welt darstellt;

12. betreurt de unilaterale aankondiging door de regering van de VS in maart 2001 dat de VS het protocol van Kyoto niet zal uitvoeren; herinnert eraan dat de Verenigde Staten 's werelds grootste vervuiler zijn en alleen de grootste bijdrage aan de klimaatverandering leveren en dat een overweldigende consensus van de internationale wetenschappelijke inzichten klimaatverandering als de ernstigste bedreiging voor het milieu in de wereld hebben aangewezen; meent dat de internationale reputatie van de VS ernstig wordt geschaad als zij niet hun verantwoordelijkheid nemen en een overeenkomstige bijdrage aan een oplossing leveren;
12. bedauert die einseitige Erklärung der amerikanischen Regierung vom März 2001, wonach die USA das Kyoto-Protokoll nicht durchführen werden; weist darauf hin, dass die Vereinigten Staaten der weltweit größte Verursacher von Umweltbelastung sind und bei weitem am meisten zur Klimaänderung beitragen und dass die internationale Wissenschaft weitgehend einmütig die Klimaänderung als die bedenklichste Umweltgefahr für die gesamte Welt darstellt; vertritt die Auffassung, dass der internationale Ruf der USA erheblichen Schaden leidet, wenn diese nicht ihrer Verantwortung gerecht werden und einen angemessenen Beitrag zur Lösung dieses Problems leisten;

20. betreurt de unilaterale aankondiging door de regering van de VS in maart 2001 dat de VS het protocol van Kyoto niet zal uitvoeren; herinnert eraan dat de Verenigde Staten 's werelds grootste vervuiler zijn en alleen de grootste bijdrage aan de klimaatverandering leveren en dat een overweldigende consensus van de internationale wetenschappelijke inzichten klimaatverandering als de ernstigste bedreiging voor het milieu in de wereld heeft aangewezen;
20. bedauert die einseitige Erklärung der amerikanischen Regierung vom März 2001, wonach die USA das Kyoto-Protokoll nicht umsetzen werden; weist darauf hin, dass die Vereinigten Staaten der weltweit größte Verursacher von Umweltbelastung sind und bei weitem am meisten zur Klimaänderung beitragen und dass die internationale Wissenschaftsgemeinschaft weitgehend einmütig den Klimawandel als die bedenklichste Umweltgefahr für die gesamte Welt darstellt;