Traduction de «geen installatie of vliegtuig een in bijlage i genoemde activiteit » (Néerlandais → Allemand) :

De lidstaten dragen er zorg voor dat vanaf 1 januari 2005 geen installatie of vliegtuig een in bijlage I genoemde activiteit verricht welke een voor die activiteit gespecificeerde emissie tot gevolg heeft, tenzij haar exploitant of vliegtuigexploitant in het bezit is van een door een bevoegde autoriteit overeenkomstig de artikelen 5 en 6 verleende vergunning, of de installatie of het vliegtuig uit hoofde van artikel 27 tijdelijk is uitgesloten van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap".
Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass ab dem 1. Januar 2005 Anlagen oder Flugzeuge die in Anhang I genannten Tätigkeiten, bei denen die für diese Tätigkeiten spezifizierten Emissionen entstehen, nur durchführen, wenn der Betreiber über eine Genehmigung verfügt, die von einer zuständigen Behörde gemäß den Artikeln 5 und 6 erteilt wurde, oder wenn die Anlage oder das Flugzeug gemäß Artikel 27 vorübergehend aus dem Gemeinschaftssystem ausgeschlossen wurde.“

b) ' emissie ' : emissie van broeikasgassen in de atmosfeer door in een installatie aanwezige bronnen, of de emissie door een vliegtuig dat een in bijlage I genoemde luchtvaartactiviteit uitoefent, van de met betrekking tot die activiteit gespecificeerde gassen;
b) ' Emissionen ' die Freisetzung von Treibhausgasen in die Atmosphäre aus Quellen in einer Anlage und die Freisetzung der in Anhang I in Verbindung mit der Tätigkeitskategorie ' Luftverkehr ' aufgeführten Gase aus einem Flugzeug, das eine derartige Tätigkeit durchführt;

Sedert 1 januari 2005 moet elke installatie die een activiteit verricht die in bijlage I van de richtlijn wordt genoemd (de sector van de energieactiviteiten, de productie en verwerking van ferrometalen, de delfstoffenwinning en de vervaardiging van papier en karton) en die een uitstoot van broeikasgassen tot gevolg heeft, beschikken over een door de bevoegde autoriteit afgegeven vergunning.
Seit dem 1. Januar 2005 ist für jede Anlage, in der eine der in Anhang I dieser Richtlinie genannten Tätigkeiten (in den Bereichen Energie, Eisenmetallerzeugung und –verarbeitung, mineralverarbeitende Industrie sowie Herstellung von Holzstoff, Zellstoff, Papier, Karton und Pappe) mit den dafür angegebenen Treibhausgasemissionen durchgeführt wird, eine Genehmigung der zuständigen Behörden erforderlich.

De lidstaten dragen er zorg voor dat vanaf 1 januari 2005 geen installatie een in bijlage I genoemde activiteit verricht welke een voor die activiteit gespecificeerde emissie tot gevolg heeft, tenzij haar exploitant in het bezit is van een door een bevoegde autoriteit overeenkomstig de artikelen 5 en 6 verleende vergunning, of de installatie uit hoofde van artikel 27 tijdelijk is uitgesloten van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap.
Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass ab dem 1. Januar 2005 Anlagen die in Anhang I genannten Tätigkeiten, bei denen die für diese Tätigkeiten spezifizierten Emissionen entstehen, nur durchführen, wenn der Betreiber über eine Genehmigung verfügt, die von einer zuständigen Behörde gemäß den Artikeln 5 und 6 erteilt wurde, oder wenn die Anlage gemäß Artikel 27 vorübergehend aus dem Gemeinschaftssystem ausgeschlossen wurde.

Wanneer een installatie gedurende de in artikel 11, lid 1 of lid 2 bedoelde periode een in bijlage 1 genoemde activiteit beëindigt, kan de bevoegde autoriteit besluiten voor de rest van die periode geen verdere uitstootrechten voor die installatie te verlenen aan de exploitant van die installatie, tenzij de exploitant kan aantonen dat de sluiting verband houdt met een overeenkomstige nieuwe investering in de Gemeenschap.
Wenn eine Anlage eine in Anhang I aufgeführte Tätigkeit in einem in Artikel 11 Absatz 1 oder 2 genannten Zeitraum einstellt, kann die zuständige Behörde entscheiden, dem Betreiber dieser Anlage während der restlichen Zeit keine weiteren Berechtigungen für diese Anlage zuzuteilen, es sei denn, der Betreiber kann nachweisen, dass die Stilllegung mit einer entsprechenden neuen Investition in der Gemeinschaft verbunden ist.

Wanneer een installatie gedurende de periode waarnaar wordt verwezen in artikel 12, lid 1 of lid 2 een in Bijlage I genoemde activiteit beëindigt, kan de bevoegde autoriteit besluiten geen verdere uitstootrechten te verlenen aan de exploitant van die installatie voor de rest van die periode voor wat betreft die installatie, tenzij de exploitant kan aantonen dat de sluiting verband houdt met een nieuwe investering in de Gemeenschap.
Wenn eine Anlage eine in Anhang I aufgeführte Tätigkeit in einem in Artikel 12 Absätze 1 oder 2 genannten Zeitraum einstellt, kann die zuständige Behörde entscheiden, dem Betreiber dieser Anlage für die restliche Zeit keine weiteren Berechtigungen für diese Anlage zuzuteilen, es sei denn, der Betreiber kann nachweisen, dass die Stilllegung mit einer entsprechenden neuen Investition innerhalb der Gemeinschaft verbunden ist.

12 bis. Wanneer een installatie gedurende de periode waarnaar wordt verwezen in artikel 11, lid 1 of lid 2 een in Bijlage 1 genoemde activiteit beëindigt, kan de bevoegde autoriteit besluiten geen verdere uitstootrechten te verlenen aan de exploitant van die installatie voor de rest van die periode voor wat betreft die installatie, tenzij de exploitant kan aantonen dat de sluiting verband houdt met een nieuwe investering in de Gemeenschap
Wenn eine Anlage eine in Anhang I aufgeführte Tätigkeit in einem in Artikel 11 Absatz 1 oder 2 genannten Zeitraum einstellt, kann die zuständige Behörde entscheiden, dem Betreiber dieser Anlage für die restliche Zeit keine weiteren Berechtigungen für diese Anlage zuzuteilen, es sei denn, der Betreiber kann nachweisen, dass die Stilllegung mit einer entsprechenden neuen Investition innerhalb der Gemeinschaft verbunden ist.

Overwegende dat de decreetgever door de wijziging van dat artikel wenste erin te voorzien dat de aangiften aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten worden gericht op het grondgebied waarvan de vestiging gelegen is en dat zelfs indien er geen enkele integrale voorwaarde met betrekking tot de bedoelde activiteit of actie is opgelegd; dat artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten bepaalt dat zolang de regering geen integrale voorwaarden heeft opgelegd, de installaties en activiteiten ingedeeld bij klasse 3 ofwel bij klasse 2 worden ondergebracht ofwel niet ingedeeld worden daar ze opgenomen zijn op de lijst in bijlage III van bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002;
In der Erwägung, dass der Gesetzgeber mit der Abänderung dieses Artikels vorsehen wollte, dass die Erklärungen an das Bürgermeister- und Schöffenkollegium der Gemeinde, auf deren Gebiet die Anlage gelegen ist, gesendet werden, auch wenn keine gesamte Bedingung bezüglich der betroffenen Anlage oder Tätigkeit vorgeschrieben worden ist; dass Artikel 5 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 4. Juli 2002 zur Festlegung der Liste der einer Umweltverträglichkeitsprüfung zu unterziehenden Projekte sowie der eingestuften Anlagen und Tätigkeiten jedoch vorsieht, dass die Anlagen und Tätigkeiten, die in unter der Klasse 3 aufgeführt sind, entweder als Klasse 2 oder nicht eingestuft werden, solange die Regierung die integralen Bedingungen nicht verordnet hat, da sie in der als Anlage III zum vorerwähnten Erlass vom 4. Juli 2002 angeführten Liste stehen;

1. Onverminderd Richtlijn 84/360/EEG (1) en artikel 3, lid 1, van de onderhavige richtlijn nemen de Lid-Staten, wanneer afgewerkte olie als brandstof wordt gebruikt, de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de exploitatie van de installatie geen noemenswaardige luchtverontreiniging, in het bijzonder door emissie van in de bijlage genoemde stoffen, veroorzaakt.
(1) Unbeschadet der Bestimmungen der Richtlinie 84/360/EWG (1) und des Artikels 3 Absatz 1 der vorliegenden Richtlinie treffen die Mitgliedstaaten für den Fall, daß Altöle als Brennstoff verwendet werden, die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, daß der Betrieb der Anlage kein bedeutendes Ausmaß an Luftverschmutzung, insbesondere durch Emission der im Anhang genannten Stoffe, zur Folge hat.