33. erkent de noodzaak de toegang van de arme plattelandsbevolking tot natuurlijke hulpbronnen te waarborgen en haar beter in staat te stellen de hulpbronnen duurzaam te exploiteren, alsook het recht van deze bevolking deze hulpbronnen in de eerste plaats te benutten voor hun levensonderhoud en endogene ontwikkeling;
33. erkennt die Notwendigkeit an, den Zugang der armen Landbevölkerung zu natürlichen Ressourcen sicherzustellen und ihre Fähigkeit zu stärken, diese Ressourcen nachhaltig zu bewirtschaften, sowie das Recht dieser Bevölkerung, diese Ressourcen vorrangig für ihr eigenes Überleben und die Entwicklung vor Ort zu nutzen;