Vertaling van "crisis bestonden zoals lage productiviteit " (Nederlands → Duits) :

De door de crisis veroorzaakte divergentie had niet alleen te maken met de ernst van de economische schok, maar ook met de structurele onevenwichtigheden die in de zwaarst getroffen landen al vóór de crisis bestonden, zoals lage productiviteit, gebrek aan investeringen in menselijk kapitaal, een zwakke bankensector, vastgoedzeepbellen en zwakke socialezekerheidsstelsels.
Die unterschiedlichen Auswirkungen der Krise waren nicht nur auf das Ausmaß des Schocks zurückzuführen, sondern auch auf strukturelle Ungleichgewichte, die bereits vor der Krise in den am stärksten betroffenen Ländern existierten, wie beispielsweise eine niedrige Produktivität, mangelnde Investitionen in das Humankapital, ein schwacher Bankensektor, Immobilienblasen oder Schwachstellen in den Sozialsystemen.

De crisis heeft geleid tot een zwak concurrentievermogen, lage productiviteit ten gevolge van een zeer hoge werkloosheidsgraad, en een zeer hoog overheidstekort.
Die Krise führte zu schwacher Wettbewerbsfähigkeit, niedriger Produktivität (aufgrund einer sehr hohen Arbeitslosigkeit) und einem sehr hohen öffentlichen Defizit.

merkt op dat deze landbouwtechnieken, die natuurlijke processen zoals de vorming van de bovenlaag, de regulering van water en plagen of een gesloten nutriëntenkringloop bevorderen, kunnen zorgen voor productiviteit en vruchtbaarheid op lange termijn, tegen lage kosten voor landbouwers en overheidsdiensten.
weist darauf hin, dass mit agrarwissenschaftlichen Techniken, in deren Rahmen natürliche Prozesse wie die Entstehung von Mutterboden sowie der Wasser- und Pflanzenschutz oder auch geschlossene Nährstoffkreisläufe gefördert werden, für langfristige Produktivität und Fruchtbarkeit gesorgt werden kann und dass dies für die Landwirte und die Verwaltung mit geringen Kosten verbunden ist.

1. stelt vast dat de huidige crisis de ergste wereldwijde recessie sinds de Grote Depressie is, en dat de economische en financiële bestuursstructuren zoals die bij het begin van de crisis bestonden, zowel op mondiaal niveau als in de VS of de EU, het wereldwijde financiële systeem onvoldoende stabiliteit hebben verleend; meent dat de samenwerking op het vlak van het macro-economisch beleid en het toezicht op de belangrijkste economieën moet worden versterkt nu de economische en financiële markten steeds meer onderling afhankelijk worden; dringt er voorts op aan dat de EU haar vertegenwoordiging in het IMF aan de orde stelt, en is verheugd over de aankondiging van voorzitter Barroso dat er een voorstel zal worden ingediend voor één enkele externe vertegenwoordiging van de eurozone;
1. ist der Auffassung, dass es sich bei der derzeitigen Krise um die schlimmste weltweite Rezession seit der „Großen Depression“ handelt und dass die beim Ausbruch der Krise vorhandenen Strukturen für die wirtschafts- und finanzpolitische Steuerung, sei es auf globaler Ebene, in den USA oder innerhalb der Europäischen Union, nicht für genügend Stabilität im weltweiten Finanzsystem gesorgt haben; vertritt die Ansicht, dass angesichts einer zunehmenden Interdependenz der Wirtschafts- und Finanzmärkte die Zusammenarbeit im Bereich der makroökonomischen Politik und bei der Überwachung der wichtigsten Volkswirtschaften verstärkt werden muss; drängt ferner darauf, dass die EU das Problem ihrer Vertretung im IWF zur Sprache bringen muss, und begrüßt die Ankündigung von Kommissionspräsident Barroso, einen Vorschlag für eine gemeinsame Außenvertretung der Eurozone vorzulegen;

stelt vast dat monetair en belastingbeleid geen vervanging zijn van structurele hervormingen die de zwakten moeten aanpakken waarop de Europese economie gebouwd is - snel stijgende schulden en tekorten, vergrijzing, de waarschijnlijkheid van hetzij een snel oplopende inflatie, hetzij een deflatoire ontwikkeling, de nieuwe inflatiegolf die waarschijnlijk komt, risico's voor de industrie die voortkomen uit het beleid inzake de klimaatverandering, met name door onzekerheid ten aanzien van nieuwe doelen en normen, lage productiviteit en gebrek aan mededingingsvermogen; dringt aan op doelmatiger inzet van overheidsgelden op Europees en nationaal niveau; is van mening dat bij het aannemen van gecoördineerde beleidsvoorstellen en -doelstellingen rekening moet worden gehouden met verschillen in het tijdstip en de intensiteit van de crisis, evenals met de verschillende uitgangsposities van de individuele lidstaten met betrekking tot hun belasting- en monetaire situatie; is van mening dat dit kan leiden tot een snellere werkelijke convergentie van de economieën van de lidstaten;
stellt fest, dass steuer- und währungspolitische Maßnahmen kein Ersatz für Strukturreformen sind, die die grundlegenden Probleme der europäischen Wirtschaft angehen müssen, als da sind: stark steigende Schulden und Defizite, Alterung, Wahrscheinlichkeit eines Anstiegs der Inflationsrate oder eines Deflationsprozesses, hohe Wahrscheinlichkeit eines Wiederanstiegs der Inflationsrate, Risiken für Wirtschaftssektoren infolge von Klimaschutzmaßnahmen, insbesondere aufgrund von Unsicherheit über neue Ziele und Standards, geringe Produktivität und Mangel an Wettbewerbsfähigkeit; fordert eine effizientere Verwendung öffentlicher Gelder auf der europäischen wie auch auf der nationalen Ebene; vertritt die Auffassung, dass die Unterschiede hinsichtlich der zeitlichen Auswirkungen und der Intensität der Krise ebenso wie die unterschiedlichen finanz- und währungspolitischen Positionen der einzelnen Mitgliedstaaten im Vorhinein bei den Beschlüssen über koordinierte Maßnahmen und Ziele berücksichtigt werden sollten; glaubt, dass diese Bemühungen eine raschere tatsächliche Konvergenz der Volkswirtschaften der Mitgliedstaaten begründen sollten;

178. stelt vast dat monetair en belastingbeleid geen vervanging zijn van structurele hervormingen die de zwakten moeten aanpakken waarop de Europese economie gebouwd is − snel stijgende schulden en tekorten, vergrijzing, de waarschijnlijkheid van hetzij een snel oplopende inflatie, hetzij een deflatoire ontwikkeling, de nieuwe inflatiegolf die waarschijnlijk komt, risico's voor de industrie die voortkomen uit het beleid inzake de klimaatverandering, met name door onzekerheid ten aanzien van nieuwe doelen en normen, lage productiviteit en gebrek aan mededingingsvermogen; dringt aan op doelmatiger inzet van overheidsgelden op Europees en nationaal niveau; is van mening dat bij het aannemen van gecoördineerde beleidsvoorstellen en -doelstellingen rekening moet worden gehouden met verschillen in het tijdstip en de intensiteit van de crisis, evenals met de verschillende uitgangsposities van de individuele lidstaten met betrekking tot hun belasting- en monetaire situatie; is van mening dat dit kan leiden tot een snellere werkelijke convergentie van de economieën van de lidstaten;
178. stellt fest, dass steuer- und währungspolitische Maßnahmen kein Ersatz für Strukturreformen sind, die die grundlegenden Probleme der europäischen Wirtschaft angehen müssen, als da sind: stark steigende Schulden und Defizite, Alterung, Wahrscheinlichkeit eines Anstiegs der Inflationsrate oder eines Deflationsprozesses, hohe Wahrscheinlichkeit eines Wiederanstiegs der Inflationsrate, Risiken für Wirtschaftssektoren infolge von Klimaschutzmaßnahmen, insbesondere aufgrund von Unsicherheit über neue Ziele und Standards, geringe Produktivität und Mangel an Wettbewerbsfähigkeit; fordert eine effizientere Verwendung öffentlicher Gelder auf der europäischen wie auch auf der nationalen Ebene; vertritt die Auffassung, dass die Unterschiede hinsichtlich der zeitlichen Auswirkungen und der Intensität der Krise ebenso wie die unterschiedlichen finanz- und währungspolitischen Positionen der einzelnen Mitgliedstaaten im Vorhinein bei den Beschlüssen über koordinierte Maßnahmen und Ziele berücksichtigt werden sollten; glaubt, dass diese Bemühungen eine raschere tatsächliche Konvergenz der Volkswirtschaften der Mitgliedstaaten begründen sollten;

177. stelt vast dat monetair en belastingbeleid geen vervanging zijn van structurele hervormingen die de zwakten moeten aanpakken waarop de Europese economie gebouwd is - snel stijgende schulden en tekorten, vergrijzing, de nieuwe inflatiegolf die waarschijnlijk komt, risico's voor de industrie die voortkomen uit het beleid inzake de klimaatverandering , met name door onzekerheid ten aanzien van nieuwe doelen en normen, lage productiviteit en gebrek aan mededingingsvermogen; dringt aan op doelmatiger inzet van overheidsgelden op Europees en nationaal niveau; is van mening dat bij het aannemen van gecoördineerde beleidsvoorstellen en -doelstellingen rekening moet worden gehouden met verschillen in het tijdstip en de intensiteit van de crisis, evenals met de verschillende uitgangsposities van de individuele lidstaten met betrekking tot hun belasting- en monetaire situatie; is van mening dat dit kan leiden tot een snellere werkelijke convergentie van de economieën van de lidstaten;
177. stellt fest, dass steuer- und währungspolitische Maßnahmen kein Ersatz für Strukturreformen sind, die die grundlegenden Probleme der europäischen Wirtschaft angehen müssen, als da sind: stark steigende Schulden und Defizite, Alterung, hohe Wahrscheinlichkeit eines Wiederanstiegs der Inflationsrate, Risiken für Wirtschaftssektoren infolge von Klimaschutzmaßnahmen, insbesondere aufgrund von Unsicherheit über neue Ziele und Standards, geringe Produktivität und Mangel an Wettbewerbsfähigkeit; fordert eine effizientere Verwendung öffentlicher Gelder auf der europäischen wie auch auf der nationalen Ebene; vertritt die Auffassung, dass die Unterschiede hinsichtlich der zeitlichen Auswirkungen und der Intensität der Krise ebenso wie die unterschiedlichen finanz- und währungspolitischen Positionen der einzelnen Mitgliedstaaten im Vorhinein bei den Beschlüssen über koordinierte Maßnahmen und Ziele berücksichtigt werden sollten; glaubt, dass diese Bemühungen eine raschere tatsächliche Konvergenz der Volkswirtschaften der Mitgliedstaaten begründen sollten;

2. wijst erop dat er structurele hervormingen nodig zijn om de onderliggende zwakke punten van de Europese economie, zoals de sterk toenemende schulden en tekorten, de lage productiviteit en het gebrek aan concurrentievermogen, te verhelpen; de overheidsmiddelen moeten efficiënter worden gebruikt; de doelstellingen van deze structurele hervormingen zijn: een ondernemingsvriendelijk regelgevingsklimaat, een efficiënte overheid, belastingen die niet tot concurrentieverstoring leiden, een hoge arbeidsparticipatie, met name van vrouwen, en een goed onderwijsstelsel; al deze doelstellingen zijn noodzakelijke voorwaarden voor groei;
2. weist darauf hin, dass Strukturreformen erforderlich sind, um die grundlegenden Schwächen der europäischen Wirtschaft zu überwinden, wie etwa rasch steigende Schulden und Defizite, geringe Produktivität und mangelnde Wettbewerbsfähigkeit; ist der Ansicht, dass öffentliche Mittel viel effizienter eingesetzt werden müssen; betont, dass solche Strukturreformen auf folgende Ziele ausgerichtet sein müssen: unternehmensfreundliches ordnungspolitisches Umfeld, effizientes Regieren, nicht wettbewerbsverzerrende Besteuerung, hohe Beschäftigungsquote, insbesondere bei Frauen, sowie ein gutes Bildungssystem; stellt fest, dass alle diese Faktoren notwendige Voraussetzungen für Wachstum sind;