Traduction de «betreurt dat er geen duidelijke militaire doctrine bestaat waarbinnen » (Néerlandais → Allemand) :

betreurt dat er geen duidelijke militaire doctrine bestaat waarbinnen de taken van artikel 43 VEU (o.a. militair advies, gevechtstroepen in crisisbeheer) worden geoperationaliseerd,
das Fehlen einer militärischen Doktrin bedauert wird, durch die die in Artikel 43 EUV genannten Aufgaben, beispielsweise militärische Beratung oder Kampfeinsätze im Rahmen der Krisenbewältigung, operationalisiert werden;

3. stelt bezorgd vast dat de lidstaten, ondanks een gezamenlijke defensiebegroting van ongeveer 190 miljard EUR, nog steeds niet kunnen voldoen aan de hoofddoelen van Helsinki van 1999; herinnert aan de ambitieuze civiele hoofddoelen die de EU heeft gesteld; vraagt de rol van de EU op het vlak van defensie te versterken in de context van de NAVO en betreurt het dat er geen duidelijke militaire doctrine bestaat waarbinnen de taken van artikel 43 VEU (de uitgebreide "Petersbergtaken") worden geoperationaliseerd; is een sterk voorstander van nauwere veiligheids- en defensiecoördinatie en -samenwerking in de context van de NAVO tussen de lidstaten en op EU-niveau en in het bijzonder van het bundelen en delen van middelen, capaciteiten en vermogens; verzoekt de Commissie dringend een analyse uit te voeren met betrekking tot de uitdagingen en behoeften op het gebied van veiligheid en defensie;
3. stellt besorgt fest, dass die Mitgliedstaaten trotz eines gemeinsamen jährlichen Verteidigungshaushalts von insgesamt rund 190 Mrd. EUR die Planziele von Helsinki aus dem Jahr 1999 immer noch nicht erfüllen können; verweist auf die ehrgeizigen zivilen Planziele, die sich die EU gesetzt hat; fordert, dass die EU als wirklicher Akteur bei der Verteidigung innerhalb der NATO gestärkt wir, und bedauert das Fehlen einer eindeutigen militärischen Doktrin, mit der in Artikel 43 EUV genannten Aufgaben (die erweiterten „Petersberg-Aufgaben“) operationalisiert werden; befürwortet nachdrücklich eine engere Abstimmung und Zusammenarbeit im Bereich Sicherheit und Verteidigung zwischen den Mitgliedstaaten und auf EU-Ebene innerhalb der NATO und insbesondere die Bündelung und gemeinsame Nutzung von Ressourcen, Kapazitäten und Mitteln; fordert die Kommission auf, dringend eine Analyse der Herausforderungen und des Bedarfs im Bereich Sicherheit und Verteidigung durchzuführen;

3. stelt bezorgd vast dat de lidstaten, ondanks een gezamenlijke defensiebegroting van ongeveer 190 miljard EUR, nog steeds niet kunnen voldoen aan de hoofddoelen van Helsinki van 1999; herinnert aan de ambitieuze civiele hoofddoelen die de EU heeft gesteld; vraagt de rol van de EU op het vlak van defensie te versterken in de context van de NAVO en betreurt het dat er geen doctrine bestaat waarbinnen de taken van artikel 43 VEU (de uitgebreide "Petersbergtaken") worden geoperationaliseerd; is een sterk voorstander van nauwere veiligheids- en defensiecoördinatie en -samenwerking in de context van de NAVO tussen de lidstaten en op EU-niveau en in het bijzonder van het bundelen en delen van middelen, capaciteiten en vermogens; verzoekt de Commissie dringend een analyse uit te voeren met betrekking tot de uitdagingen en behoeften op het gebied van veiligheid en defensie;
3. stellt besorgt fest, dass die Mitgliedstaaten trotz eines gemeinsamen jährlichen Verteidigungshaushalts von insgesamt rund 190 Mrd. EUR die Planziele von Helsinki aus dem Jahr 1999 immer noch nicht erfüllen können; verweist auf die ehrgeizigen zivilen Planziele, die sich die EU gesetzt hat; fordert, dass die EU als wirklicher Akteur bei der Verteidigung innerhalb der NATO gestärkt wir, und bedauert das Fehlen einer Doktrin, mit der in Artikel 43 EUV genannten Aufgaben (die erweiterten „Petersberg-Aufgaben“) operationalisiert werden; befürwortet nachdrücklich eine engere Abstimmung und Zusammenarbeit im Bereich Sicherheit und Verteidigung zwischen den Mitgliedstaaten und auf EU-Ebene innerhalb der NATO und insbesondere die Bündelung und gemeinsame Nutzung von Ressourcen, Kapazitäten und Mitteln; fordert die Kommission auf, dringend eine Analyse der Herausforderungen und des Bedarfs im Bereich Sicherheit und Verteidigung durchzuführen;

7. verzoekt om een collectief verbod op de verkoop van wapens aan Rusland en wenst dat dit verbod van kracht blijft totdat de situatie in het oosten van Oekraïne is genormaliseerd; herinnert eraan dat de EU-lidstaten volgens criterium 4 in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie geen uitvoervergunning mogen afgeven in gevallen waarin een duidelijk gevaar bestaat voor het behoud van de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit en het risico bestaat dat het beoogde ontvangende land de uitgevoerde militaire goederen of technologie voor agressie jegens een ander land gebruikt of er kracht mee wil bijzetten aan territoriale aanspraken; juicht het toe dat verscheidene lidstaten dit voorschrift al toepassen; betreurt het evenwel dat tot op heden een collectief besluit van de EU ontbreekt;
7. fordert ein kollektives Verbot des Verkaufs von Waffen an Russland und dessen rasche Einführung und Aufrechterhaltung bis zur Normalisierung der Lage in der Ostukraine; weist erneut darauf hin, dass nach Maßgabe des Kriteriums 5 des Gemeinsamen Standpunkts des Rates 2008/944/GASP vom 8. Dezember 2008 betreffend gemeinsame Regeln für die Kontrolle der Ausfuhr von Militärtechnologie und Militärgütern die Mitgliedstaaten der EU keine Ausfuhrgenehmigung erteilen sollten, wenn die Aufrechterhaltung von Frieden, Sicherheit und Stabilität in einer Region eindeutig in Gefahr ist und wenn eindeutig das Risiko besteht, dass der angegebene Empfänger die Militärtechnologie oder die Militärgüter, die zur Ausfuhr bestimmt sind, zum Zwecke der Aggression gegen ein anderes Land oder zur gewaltsamen Durchsetzung eines Gebietsanspruchs benutzt; begrüßt, dass mehrere Mitgliedstaaten diese Regel bereits angewendet haben; bedauert jedoch, dass es bis heute immer noch keinen gemeinsamen Beschluss der EU hierüber gibt;