18. benadrukt dat de deelname van burgers aan het openbare leven, de be
leidsplanning en de besluitvorming en het proces van integratie in de EU moet worden versterkt om
een brede nationale consensus over hervormingen en het EU-toetredingsproces te bevorderen; beveelt verdere ontwikkeling aan van de mechanismen voor raadpleging van (en tussen) het maatschappelijk middenveld en plaatselijke gemeenschappen; vreest dat de politisering van maatschappelijke organisaties hun mogelijke bijdrage aan de versterking van de democratische cultuu
...[+++]r kan verzwakken;
18. betont, dass die Bürgerbeteiligung am öffentlichen Leben und an der Politikplanung und -gestaltung sowie am Prozess der europäischen Integration verstärkt werden muss, um einen breiten nationalen Konsens über Reformen und über den EU‑Beitrittsprozess zu fördern; empfiehlt, Verfahren für die Konsultation der Zivilgesellschaft und der lokalen Bevölkerung (und für deren gegenseitige Konsultation) weiterzuentwickeln; bekundet seine Besorgnis darüber, dass die Politisierung der zivilgesellschaftlichen Organisationen die möglichen Beiträge dieser Organisationen zur Stärkung der Kultur der Demokratie schwächen könnte;