Traduction de «beleid in spanje sterk gestructureerd rond » (Néerlandais → Allemand) :

Het verslag is gestructureerd rond de vijf prioriteiten van de strategie van de Europese Commissie voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2010-2015: gelijke economische zelfstandigheid, gelijke beloning voor gelijk of gelijkwaardig werk, gelijkheid in besluitvorming, waardigheid, integriteit en bestrijding van gendergerelateerd geweld, gendergelijkheid in het externe beleid en horizontale kwesties.
Der Bericht ist um folgende fünf Prioritäten der Strategie der Europäischen Kommission für die Gleichstellung von Frauen und Männern 2010-2015 strukturiert: gleiche wirtschaftliche Unabhängigkeit, gleiches Entgelt für gleiche oder gleichwertige Arbeit, Gleichstellung in Entscheidungsprozessen, Schutz der Würde und Unversehrtheit - der Gewalt aufgrund des Geschlechts ein Ende setzen, Gleichstellung in der Außenpolitik sowie horizontale Fragen.

33. vindt het betreurenswaardig dat in het nieuwe GLB nog sterker de nadruk ligt op liberalisering en marktgericht beleid; wijst er met klem op dat het toekomstige GLB een sterk gemeenschappelijk beleid moet blijven dat gestructureerd is rond zijn twee pijlers; wijst erop dat de kwestie van de voedselsoevereiniteit en –zekerheid belangrijker is dan ooit tevoren en dat de onderliggende gedachte van het GLB altijd geweest is dat het voor voldoende voedsel moet zorgen zonder de economieën van derde landen, en met name van ontwikkelingslanden, te schaden; pleit ervoor dat kwesties als transparantie in de voedselketen en de uitbanning van misbruik door grootafnemers prioriteit krijgen bij de hervorming;
33. hält es für bedauerlich, dass bei der neuen GAP eine größere Betonung auf die Fortsetzung der Liberalisierung und eine marktorientierte Politik gelegt wird; fordert nachdrücklich, dass die zukünftige GAP eine starke gemeinsame Politik bleibt, die rund um ihre beiden tragenden Säulen konzipiert wird; weist darauf hin, dass die Frage der Unabhängigkeit der Nahrungsmittelversorgung und der Ernährungssicherheit heute wichtiger ist als je zuvor und die Begründung für die GAP immer darin bestand, Nahrungsmittel anzubauen, ohne der Wirtschaft von Drittländern, insbesondere Entwicklungsländern, zu schaden; setzt sich dafür ein, Fragen wie Transparenz in der Lebensmittelkette und einer Beendigung des Missbrauchs durch Großeinkäufer bei der Reform Priorität einzuräumen;

In juli 2010 heeft de conferentie over het publieke debat geconcludeerd dat een overgrote meerderheid van de deelnemers te kennen geeft dat het toekomstige GLB een sterk gemeenschappelijk beleid moet blijven, opgebouwd rond zijn twee pijlers.
Im Juli 2010 ist die Konferenz über die öffentliche Debatte zu der Schlussfolgerung gelangt, dass die künftige GAP nach Auffassung der meisten Teilnehmer auch in Zukunft eine starke gemeinsame Politik bleiben und sich auf ihre beiden Säulen stützen sollte.

Tijdens de conferentie over het openbaar debat waarin de resultaten van een uitgebreide publieke raadpleging in juli 2010 werden samengevat, heeft de meerderheid van de deelnemers te kennen gegeven dat het toekomstige GLB een sterk gemeenschappelijk beleid moet blijven, dat is opgebouwd rond zijn twee pijlers.
Während der Kon­ferenz über die öffentliche Debatte im Juli 2010, auf der die Ergebnisse einer breiten öffentlichen Konsultation zusammengefasst wurden, wurde mehrheitlich die Auffassung vertreten, dass auch die künftige GAP eine starke gemeinsame, in zwei Säulen gegliederte Politik sein sollte.

39. herhaalt zijn verzoek aan lidstaten om met spoed een gecoördineerd beleid te ontwikkelen inzake de afgifte van noodvisa aan mensenrechtenverdedigers en hun familieleden, naar het voorbeeld van speciale regelingen in Spanje en Ierland; is er sterk van overtuigd dat wanneer de nieuwe delegaties van de Europese Unie de bevoegdheid krijgen om aanbevelingen aan lidstaten te doen inzake de afgifte van noodvisa, dit een grote stap in de goede richting zou zijn voor het mensenrechtenbeleid van de Unie; meent dat een duidelijke verwijzing naar deze mogelijkheid in het Concepthandboek voor de behandeling van visumaanvragen en de wijziging van afgegeven visa bijzonder goed van pas zou komen om deze gemeenschappelijke aanpak te verwezenlijken, zoals door het Europees Parlement reeds tot uitdrukking is gebracht tijdens de wettelijke toetsing van de hierboven genoemde maatregel;
39. bekräftigt seine an die Mitgliedstaaten gerichtete Forderung, zielstrebig die Entwicklung einer koordinierten Politik für die Ausstellung von Notfallvisa für Menschenrechtsverteidiger und deren Familienangehörige in Angriff zu nehmen, wobei die spanischen und irischen Sonderregelungen als Vorlage dienen können; ist der festen Überzeugung, dass es ein großer Fortschritt für die Menschenrechtspolitik der Union wäre, wenn die neuen Delegationen der Europäischen Union befugt wären, den Mitgliedstaaten Empfehlungen für die Ausstellung von Notfallvisa zu geben; ist der Ansicht, dass sich ein eindeutiger Hinweis auf diese Möglichkeit im Entwurf des Handbuchs für die Bearbeitung von Visumanträgen und die Änderung erteilter Visa als große Hilfe bei der Erreichung dieser gemeinsamen Politik erweisen würde, wie das Europäische Parlament bereits während der rechtlichen Prüfung der oben genannten Maßnahme zum Ausdruck gebracht hat;

15. is van mening dat een effectief stedelijk mobiliteitsbeleid rekening moet houden met zowel personen- als vrachtvervoer en derhalve gebaseerd moet zijn op een zo goed mogelijk geïntegreerde benadering, waarbij voor elk probleem de beste oplossingen worden samengebracht; gelooft sterk dat stedelijke regio's economisch een sterk potentieel hebben om beleid te vormen dat tot het kiezen van andere vervoerswijzen moet leiden ten faveure van het openbaar vervoer, wandelen en fietsen, en om een nieuwe benadering van stedelijke logistiek te ontwikkelen; vindt het daarom noodzakelijk zich te concentreren op technologische innovatie (breder gebruik van ITS), betere exploitatie van bestaande infrastructuur, vooral door middel van maatregelen rond vraagbeheersing (congestieheffing en heffing op het gebruik van wegen), en innovatieve oplossingen voor de optimale integratie van stedelijke vrachtsnormen en, tot slot, nieuwe manieren om het gebruik van de eigen auto te optimaliseren, zoals auto-delen, carpooling en thuiswerkregelingen;
15. ist diesbezüglich der Auffassung, dass eine wirksame Politik für städtische Mobilität den Personenverkehr ebenso berücksichtigen muss wie den Güterverkehr und deshalb auf einen möglichst umfassenden Ansatz gestützt werden muss, der es ermöglicht, die am besten geeigneten Lösungen für jedes einzelne Problem zusammenzuführen; ist davon überzeugt, dass die städtischen Gebiete ein wirtschaftlich tragfähiges Potenzial für weitere Maßnahmen der Verkehrsverlagerung zugunsten des öffentlichen Verkehrs sowie der Fortbewegung zu Fuß und auf dem Fahrrad sowie für ein neues Konzept der städtischen Logistik bieten; erachtet es in diesem Zusammenhang als entscheidend, in technologische Innovation (stärkere Nutzung intelligenter Verkehrssysteme) und in eine bessere Nutzung der vorhandenen Infrastruktur zu investieren, insbesondere durch Maßnahmen zur Steuerung der Nachfrage (Rückgriff auf City-Maut und Straßenbenutzungsgebühren) und schließlich durch Förderung neuer Lösungen zur Optimierung der privaten Pkw-Nutzung wie Carsharing, Carpooling und Konzepte für Heimarbeitsplätze;

14. is van mening dat een effectief stedelijk mobiliteitsbeleid rekening moet houden met zowel personen- als vrachtvervoer en derhalve gebaseerd moet zijn op een zo goed mogelijk geïntegreerde benadering, waarbij voor elk probleem de beste oplossingen worden samengebracht; gelooft sterk dat stedelijke regio’s economisch een sterk potentieel hebben om beleid te vormen dat tot het kiezen van andere vervoerswijzen moet leiden ten behoeve van het openbaar vervoer, wandelen en fietsen, en om een nieuwe benadering van stedelijke logistiek te ontwikkelen; vindt het daarom noodzakelijk zich te concentreren op technologische innovatie (meer gebruik van Intelligente Transportsystemen (ITS)), betere exploitatie van bestaande infrastructuur, vooral door middel van maatregelen rond vraagbeheersing (congestieheffing en heffing op het gebruik van wegen), en innovatieve oplossingen voor een optimaal gebruik van de eigen auto, zoals autodelen, carpooling en thuiswerkregelingen;
14. ist diesbezüglich der Auffassung, dass eine wirksame Politik für städtische Mobilität den Personenverkehr ebenso berücksichtigen muss wie den Güterverkehr und deshalb nach einem möglichst umfassenden Ansatz betrieben werden muss, der es ermöglicht, die am besten geeigneten Lösungen für jedes einzelne Problem zusammenzuführen; ist davon überzeugt, dass die städtischen Gebiete ein wirtschaftlich tragfähiges Potenzial für weitere Maßnahmen der Verkehrsverlagerung zugunsten des öffentlichen Verkehrs sowie der Fortbewegung zu Fuß und auf dem Fahrrad sowie für ein neues Konzept der städtischen Logistik bieten; erachtet es in diesem Zusammenhang als entscheidend, in technologische Innovation (stärkere Nutzung intelligenter Verkehrssysteme) und in eine bessere Nutzung der vorhandenen Infrastruktur zu investieren, insbesondere durch Maßnahmen zur Steuerung der Nachfrage (Rückgriff auf City-Maut und Straßenbenutzungsgebühren) und schließlich durch Förderung neuer Lösungen zur Optimierung der privaten Pkw-Nutzung wie Carsharing, Carpooling und Konzepte für Heimarbeitsplätze;

11. stelt vast dat de echte economische groei in de EU wordt gekenmerkt door oude en nieuwe divergenties, met de laagste groeipercentages in Portugal (1,2% van het BBP) en in Italië (1,7%) en hoge groeicijfers binnen de EU-15-landen, zoals in Spanje (3,8%), Griekenland (3,8%), en vooral in Zweden (4%), Finland (4,9%) en Luxemburg (5,5%); stelt vast dat de nieuwe lidstaten, met name Slowakije (6,7%), Litouwen (7,8%), Estland (10,5%) en Letland (11%) een zeer sterke groei vertonen; onderstreept dat deze divergenties ook een teken zijn van belangrijke structurele verschillen, uiteenlopend binnenlands economisch beleid en demografische structuren en asymmetrische effecten van het gemeenschappelijk beleid, die aangeven aan welke gevaren de interne cohesie van de Europese Unie blootstaat; benadrukt derhalve de noodzaak van beleidsmaatregelen die de economische samenhang versterken en zodoende bevorderlijk zijn voor de interne markt en de monetaire unie;
11. nimmt zur Kenntnis, dass das reale Wirtschaftswachstum in der Europäischen Union von alten und neuen Divergenzen gezeichnet ist, mit den niedrigsten Wachstumsraten in Portugal (1,2 % des BIP) und Italien (1,7 %) und hohen Wachstumsraten unter den EU-15 Ländern in Spanien (3,8 %), Griechenland (3,8 %) und insbesondere Schweden (4 %), Finnland (4,9 %) und Luxemburg (5,5 %); stellt fest, dass die neuen Mitgliedsstaaten besonderes hohe Wachstumsraten verzeichnen (6,7 % in der Slowakei, 7,8 % in Litauen, 10,5 % in Estland und 11 % in Lettland); unterstreicht, dass diese Divergenzen ebenfalls beträchtliche Unterschiede bei den Marktstrukturen, unterschiedliche nationale Wirtschaftspolitiken und demographische Strukturen sowie asymmetrische Auswirkungen der gemeinsamen Politiken widerspiegeln, die die Gefahren für den inneren Zusammenhalt der Europäischen Union veranschaulichen; betont deshalb die Notwendigkeit von Politiken, die den wirtschaftlichen Zusammenhalt stärken und so den Binnenmarkt und die Währungsunion fördern;

Aan de ene kant staan de Scandinavische landen waar de vrouwelijke participatie hoog is en er sprake is van een sterk beleid inzake zorg; aan de andere kant zijn er landen zoals Ierland, Luxemburg, Griekenland en Spanje, waar sprake is van weinig steun en lage vrouwelijke participatie.
Auf der einen Seite können die skandinavischen Ländern hohe Erwerbstätigkeitsquoten bei Frauen verzeichnen und verfügen über ein ausgeprägtes Sozialsystem; auf der anderen Seite stehen Länder wie Irland, Luxemburg, Griechenland und Spanien, in denen die Berufstätigkeit von Frauen durch staatliche Einrichtungen nur mäßig unterstützt wird und Frauen daher unterrepräsentiert sind.

III Visserij IV De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Luc CARBONEZ Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Denemarken : de heer Niels PULTZ Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Duitsland : de heer Lorenz SCHOMERUS Staatssecretaris van Economische Zaken Griekenland : de heer Alekos BALTAS Staatssecretaris van Economische Zaken Spanje : de heer Ramón DE MIGUEL Staassecretaris voor het Buitenlands Beleid en voor de Europese Unie Frankrijk : de heer Pierre SELLAL Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Ierland : de heer Enda KENNY Minister van Toerisme en Handel de heer Toddy 0'SULLIVAN Onder-Minister van Toerisme en Handel Italië : de heer Giorgio BOGI Staatssecretaris van Algemene Zaken Luxemburg : de heer Georges WOHLFART Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking, en Openbare Werken Nederland : de heer Lambert HANRATH Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Oostenrijk : de heer Johann FARNLEITNER Minister van Economische Zaken Portugal : de heer Francisco SEIXAS DA COSTA Staatssecretaris van Europese Zaken FINLAND : de heer Matti VUORIA Secretaris-Generaal van het Ministerie van Handel en Industrie Zweden : de heer Björn VON SYDOW Minister, Ministerie van Industrie en Handel, verantwoordelijk voor Handel Verenigd Koninkrijk : de heer Antony NELSON Minister van Handel Commissie : de heer Mario MONTI Lid Deelname van de LMOE aan de bijeenkomst in het kader van de gestructureerde dialoog : Bulgarije : de heer Atanas PAPARLSOV Minister voor Handel en Economische Samen- werking met het Buitenland Estland : de heer Andres LIPSTOK Minister van Economische Zaken Hongarije : de heer Péter GOTTFRIED Plaatsvervangend Staatssecretaris voor Integratie op het Ministerie van Buitenlandse Zaken Letland : de heer Guntars KRASTS Minister van Economische Zaken Litouwen : de heer Petras PAPOVAS Minister van Openbaar Bestuur en Plaatselijke Autoriteiten Polen : ...
IV Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Luc CARBONEZ Stellvertreter des Ständigen Vertreters Dänemark Herr Niels PULTZ Stellvertreter des Ständigen Vertreters Deutschland Herr Lorenz SCHOMERUS Staatssekretär, Bundesministerium für Wirtschaft Griechenland Herr Alekos BALTAS Staatssekretär für Wirtschaft Spanien Herr Ramón DE MIGUEL Staatssekretär für Außenpolitik und für die Beziehungen zur Europäischen Union Frankreich Herr Pierre SELLAL Stellvertreter des Ständigen Vertreters Irland Herr Enda KENNY Minister für Fremdenverkehr und Handel Herr Toddy O'SULLIVAN Staatsminister im Ministerium für Fremdenverkehr und Handel Italien Herr Giorgio BOGI Staatssekretär im Amt des Ministerpräsidenten Luxemburg Herr Georges WOHLFART Staatssekretär für auswärtige Angelegenheiten, Außenhandel und Zusammenarbeit sowie für öffentliche Arbeiten Niederlande Herr Lambert HANRATH Stellvertreter des Ständigen Vertreters Österreich Herr Johann FARNLEITNER Bundesminister für wirtschaftliche Angelegenheiten Portugal Herr Francisco Seixas Da Costa Staatssekretär für europäische Angelegenheiten Finnland Herr Matti VUORIA Generalsekretär, Ministerium für Handel und Industrie Schweden Herr Bjørn VON SYDOW Minister im Ministerium für Industrie und Handel, zuständig für Handel Vereinigtes Königreich Herr Antony NELSON Minister für Handel Kommission Herr Mario MONTI Mitglied Teilnehmer der MOE-Staaten an der Tagung im Rahmen des strukturierten Dialogs Bulgarien Herr Atanas PAPARLSOV Minister für Handel und außenwirtschaftliche Zusammenarbeit Estland Herr Andres LIPSTOK Minister für Wirtschaft Ungarn Herr Púter GOTTFRIED Stellvertretender Staatssekretär für Integration im Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Lettland Herr Guntars KRASTS Minister für Wirtschaft Litauen Herr Petras PAPOVAS Minister für öffentliche Verwaltung und örtliche Behörden Polen Frau Danuta HEBNER Staatssekretärin für europäische Integration Rumänien H ...