Is de Commissie ook niet van mening dat zowel EU-gezinden als personen met een kritischer houding tegenover de EU als „Goodwill Ambassadors” aangezocht kunnen worden, of in een andere rol kunnen optreden om het EU-debat te stimuleren zodat de discussie veelzijdig en niet eenzijdig wordt?
Inwieweit vertritt die Kommission die Auffassung, dass sowohl Personen mit einer positiven Einstellung zur EU als auch solche mit einer EU-kritischeren Haltung als „Botschafter des guten Willens“ eingesetzt oder in einer anderen Rolle zur Intensivierung der EU-Debatte eingesetzt werden können, damit die entsprechenden Diskussionen sich facettenreich und nicht einseitig gestalten?