2. De afwikkelingsautoriteiten oefenen de in lid 1 bedoelde bevoegdheid niet uit met betrekking tot een zekerheidsrecht van systemen of exploitanten van systemen die zijn aangewezen in het kader van de toepassing van Richtlijn 98/26/EG, centrale tegenpartijen en centrale banken in verband met activa die de instelling in afwikkeling bij wijze van margestorting of zekerheid heeft toegezegd of verstrekt.
(2) Bei etwaigen Sicherungsrechten von Systemen oder Systembetreibern im Sinne der Richtlinie 98/26/EG, zentralen Gegenparteien und Zentralbanken über Vermögenswerte, die von dem in Abwicklung befindlichen Institut mittels einer Sicherheitsleistung oder Sicherheit verpfändet oder übereignet wurden, machen die Abwicklungsbehörden nicht von ihrer in Absatz 1 festgelegten Befugnis Gebrauch.