Een visusstoornis vond plaats bij patiënten in onderzoek A en in onderzoek B. Oogheelkundig onderzoek dient overwogen te worden indien de visusstoornis aanhoudt of verergert (zie rubriek 4.8).
Des troubles de la vision sont survenus chez des patients des études A et B. Un examen ophtalmologique doit être envisagé si les troubles de la vision persistent ou s’aggravent (voir rubrique 4.8).