Verdeling: Concentraties boven de MIC voor de normaal voorkomende pathogenen worden onder andere bereikt in gal en galblaas, botten, gewrichten, cerebrospinale vloeistof (bij ontstoken meningen), oogkamervocht, speeksel, nieren en urinewegen.
Distribution : Des concentrations supérieures à la CMI pour les pathogènes les plus fréquents sont notamment obtenues dans la bile, la vésicule, les articulations, le liquide céphalorachidien (en cas de méningites), le liquide de la chambre de l'œil, la salive, les reins et les voies urinaires.