In tot 9 maanden durende toxiciteitstudies met herhaalde toediening bij ratten en apen werden de “primary target organ”-effecten vastgesteld in het maagdarmkanaal (braken en diarree bij apen), de bijnieren (corticale congestie en/of bloeding bij ratten en apen, inclusief necrose gevolgd door fibrose bij ratten), het hemolymfopoiëtisch systeem (beenmerghypocellulariteit, en lymfo
ïde depletie van de thymus, de milt en de lymfeknoop), de exocriene pancreas (acineuze celdegranulatie met enkelvoudige celnecrose), de spee
kselklier (acineuze hypertrofie), het botg ...[+++]ewricht (verdikking van de groeischijf), de baarmoeder (atrofie) en de ovaria (afname van de follikelontwikkeling).