Vertaling van "holisme " (Nederlands → Frans) :

Holisme (Grieks: holon: het geheel) is het idee dat de eigenschappen van een systeem (fysiek, biologisch, technisch, chemisch, economisch, enz) niet kunnen worden verklaard door de som van alleen zijn componenten te nemen.
Du grec holos « entier », l’holisme (mot introduit dans les années 1920 par Jan Christiaan Smuts, militaire et philosophe sud-africain) est originellement une théorie selon laquelle l’homme est un tout indivisible qui ne peut être réduit à l’une de ses composantes (physique, physiologique, psychique).

Holisme wordt soms beschreven als tegengesteld aan reductionisme 2] .
L’holisme est parfois utilisé comme étant l’inverse du réductionnisme dd .

Om verwarring te vermijden wordt soms ervoor gepleit om die vorm van holism de naam ‘wholism’ te geven om zich te onderscheiden van de meer ‘metaphysische’ concept ‘holism’ zoals het in diverse vormen van alternatieve geneeskunde wordt gebruikt 142 .
Plusieurs auteurs ont ainsi proposé d’utiliser le concept de « wholisme » 143 pour éviter toute confusion entre cette conception du holisme médical, qui désigne une approche plurielle du patient, et la conception plus « métaphysique » que l’on retrouve souvent dans le vocabulaire des médecines alternatives et complémentaires.

6 WAT BETEKENT HOLISME EN GLOBALITEIT IN HET GEVAL VAN CHIROPRAXIE EN OSTEOPATHIE?
6 ASPECTS SÉMANTIQUES: HOLISME ET GLOBALITÉ

De noties holisme en globaliteit staan centraal in de woordenschat van zowel de osteopatie als de chiropraxie.
Les notions de « holisme » et de « globalité » sont toutes les deux centrales dans le vocabulaire et le discours tant de l’ostéopathie que de la chiropraxie.

Het gebruik van woorden en concepten met een sterk symbolisch karakter maar met een schimmige inhoud, zoals energie, ‘vitalisme’, globaliteit en natuurlijk ‘holisme’ is eigen aan het discours van niet erkende geneeswijzen.
L’une des stratégies discursives propres aux médecines non reconnues réside dans l’usage qu’elles font de mots-concepts à forte composante symbolique, mais au contenu nébuleux, comme ceux d’énergie, de « vitalisme », de « globalité » et, bien sûr, d’ « holisme ».

Het woord, samen met het bijvoeglijke naamwoord holistisch, werd ingevoerd door Jan Smuts in de vroege jaren '20. Smuts definieerde holisme als " De tendens in de natuur om gehelen te vormen die groter zijn dan de som der delen door creatieve evolutie" 138 .
Smuts a défini l’holisme comme « Les tendances créatrices présentes dans la nature à former des ensembles plus larges que la somme de leurs parties » 138 .