De Nationale Raad verwijst daarbij naar art. 1678.1 van het Gerechtelijk Wetboek dat bepaalt : " Een overeenkomst tot arbitrage is niet geldig indien daarin aan een van de partijen een bevoorrechte positie bij de aanwijzing van de scheidsman of de scheidslieden is toegekend" .
A cet égard, le Conseil national renvoie à l'article 1678.1 du Code judiciaire, qui dispose : " La convention d'arbitrage n'est pas valable si elle confère à une partie une situation privilégiée en ce qui concerne la désignation de l'arbitre ou des arbitres" .