Vertaling van "de schatting van pfs in deze populatie was 97% " (Nederlands → Frans) :

De schatting van PFS in deze populatie was 97% (95% CI:[92%-100%]) na 1 jaar en 87% (95% CI:[76%-99%]) na 2 jaar en 56% (95% CI: [37%-76%]) na 5 jaar.
Le taux estimé de SSP dans cette population était de 97% (IC à 95% [92%-100%]) à 1 an et de 87% (IC à 95% [76%-99%]) à 2 ans et 56% (95% IC: [37%-76%]) à 5 ans.

De schatting van PFS in deze populatie was 97% (95% CI:[92%-100%]) na 1 jaar en 87% (95% CI:[76%-99%]) na 2 jaar en 56% (95% CI: [37%-76%]) na 5 jaar.
Le taux estimé de SSP dans cette population était de 97% (IC à 95% [92%- 100%]) à 1 an et de 87% (IC à 95% [76%-99%]) à 2 ans et 56% (95% IC: [37%-76%]) à 5 ans..

Gebaseerd op de Kaplan-Meier raming was het deel van de patiënten met progressievrije overleving (PFS) gedurende 1 jaar 91% (95% CI: [85%-97%]) voor dasatinib en 73% (95% CI: [54%-91%]) voor imatinib. Het deel van de patiënten met PFS na 2 jaar was 86% (95% CI: [78%-93%]) voor dasatinib en 65% (95% CI: [43%-87%]) voor imatinib.
Selon l'estimation de Kaplan-Meier, la proportion de patients en survie sans progression (SSP) à 1 an était de 91% (IC 95% : [85%-97%]) pour dasatinib et de 73% (IC 95% : [54%-91%]) pour imatinib.

Echter, de " on-treatment" PFS analyse bevestigde niet de algemene PFS en OS analyse: de hazard ratio voor XELOX versus FOLFOX was 1,24 met 97, 5% BI 1,07-1,44.
Cependant, les résultats de la PFS et de la survie globale n’ont pas été confirmés lors de l’analyse de la PFS « sous-traitement » : le risque relatif de XELOX versus FOLFOX-4 était de 1,24 avec un intervalle de confiance IC à 97,5% 1,07 - 1,44.

Bij patiënten met EGFR wild type tumoren (n=388) was de PFS HR 0,78 (95% BI, 0,63 tot 0,96; p=0,0185) en de totale overlevings HR was 0,77 (95% BI, 0,61 tot 0,97; p=0,0243).
Chez les patients dont l’EGFR de la tumeur était non muté (n=388), le HR pour la PFS était de 0,78 (IC 95%, 0,63 à 0,96 ; p=0,0185) et le HR pour la survie globale était de 0,77 (IC 95%, 0,61 à 0,97 ; p=0,0243).

Gebaseerd op de Kaplan-Meier schatting was het deel van de patiënten die MCyR gedurende 1 jaar behielden 92% (95% CI: [85%-100%]) voor dasatinib (CCyR 97%, 95% CI: [92%-100%]) en 74% (95% CI: [49%-100%]) voor imatinib (CCyR 100%).
Selon l'estimation de Kaplan-Meier, la proportion de patients ayant conservé une RCyM pendant 1 an était de 92% (IC 95% : [85%-100%]) pour dasatinib (97% de RCyC, IC 95% : [92%-100%]) et de 74% (IC 95% : [49%-100%]) pour imatinib (100% de RCyC).

Gebaseerd op de Kaplan-Meier raming was het deel van de patiënten met progressievrije overleving (PFS) gedurende 1 jaar 91% (95% CI: [85%-97%]) voor dasatinib en 73% (95% CI: [54%-91%]) voor imatinib.
Selon l'estimation de Kaplan-Meier, la proportion de patients en survie sans progression (SSP) à 1 an était de 91% (IC 95% : [85%-97%]) pour dasatinib et de 73% (IC 95% : [54%-91%]) pour imatinib.