Vertaling van "ck-spiegel sterk verhoogd " (Nederlands → Frans) :

Als de CK-spiegel sterk verhoogd is (> 5x BLN), moet de behandeling met het statine worden onderbroken.
Si les taux de CK détectés sont très élevés (> 5 fois la LSN), il faut arrêter le traitement par statine.

Als de uitgangswaarde van de CK-spiegels significant verhoogd is (> 5 maal ULN) mag niet met de behandeling worden begonnen.
Si les taux de CPK sont significativement élevés (> 5 fois la LSN) à l’état initial, ne pas débuter le traitement.

Als de uitgangswaarde van de CK-spiegel significant verhoogd is (> 5 maal ULN) dient niet met de behandeling te worden begonnen.
Si le taux basal de CPK est significativement élevé (> 5 fois la LSN) le traitement ne doit pas débuter.

Als de CK-spiegel significant verhoogd is (> 5 keer de BLN), moet de behandeling worden stopgezet.
Si ces taux sont significativement élevés (> 5 x LSN), il faut arrêter le traitement.

Als de CK-spiegel significant verhoogd is (> 5-maal BLN), moet de behandeling worden stopgezet.
S’il s’avère que ces taux sont significativement élevés (> 5 x la LSN), il faut arrêter le traitement.

Indien de CK spiegels zijn verhoogd (> 5xULN), dient de behandeling te worden gestaakt (zie rubriek 4.4).
En cas de taux élevés de CK (> 5 x LNS), le traitement sera interrompu (voir rubrique 4.4).

Effecten op de skeletspieren Zoals andere HMG-CoA-reductaseremmers kan atorvastatine in zeldzame gevallen een invloed hebben op de skeletspieren en spierpijn, myositis en myopathie veroorzaken, met eventueel evolutie naar rhabdomyolyse, een potentieel levensbedreigende aandoening die wordt gekenmerkt door sterk verhoogde creatinekinase (CK) spiegels (> 10-maal de BLN), myoglobinemie en myoglobinurie, wat kan leiden tot nierinsufficiëntie.
Effets sur les muscles squelettiques Comme les autres inhibiteurs de l’HMG-CoA réductase, l’atorvastatine peut, dans de rares cas, affecter les muscles squelettiques et provoquer des myalgies, de la myosite et une myopathie pouvant évoluer vers une rhabdomyolyse, une pathologie potentiellement mortelle qui se caractérise par une élévation marquée du taux de créatine kinase (CK) (> 10 x LSN), de la myoglobinémie et de la myoglobinurie pouvant mener à une insuffisance rénale.

Bij gelijktijdige toediening van P-glycoproteïneinductoren (rifampicine, sint-janskruid, carbamazepine) wordt verwacht dat dit zal leiden tot verlaagde spiegels van dabigatran. Van gelijktijdige toediening van sterke P-glycoproteïneremmers (zoals amiodaron, verapamil, kinidine, ketoconazol en claritromycine) wordt verwacht dat dit zal leiden tot verhoogde plasmaspiegels van dabigatran.
Réduction des concentrations plasmatiques de dabigatran avec les inducteurs puissants de la P-glycoprotéine : rifampicine, millepertuis, carbamazépine Les inhibiteurs de la P-glycoprotéine augmentent la concentration plasmatique de dabigatran : amiodarone, vérapamil, quinidine, kétoconazole et la clarithromycine