Mogelijke systemische effecten omvatten: het syndroom van Cushing, kenmerken van Cushing, onderdrukking van de bijnier, groeiachterstand bij kinderen en adolescenten, vermindering van de botmineraaldichtheid, cataract, glaucoom en meer zelden psychische stoornissen en gedragswijzigingen van veranderlijke aard zoals psychomotorische hyperactiviteit, slaapstoornissen, angst, depressie of agressiviteit (vooral bij kinderen).
Peuvent ainsi être observés : syndrome de Cushing, des signes à caractère cushingoïde inhibition des fonctions surrénales, retard de croissance chez les enfants et les adolescents, diminution de la densité minérale osseuse, cataracte, glaucome, et, plus rarement, des effets variés d’ordre psychologique ou