1. Omwille van de samenhang en de doeltreffendheid van de communautaire hulp mag de Commissie bij de goedkeuring van de actieprogramma's van artikel 7 of de specifieke maatregelen van artikel 8 besluiten, dat landen, gebieden en regio's die in aanmerking komen voor communautaire hulp uit hoofde van het pretoetredingssteunsinstrument of het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, alsmede de met de Gemeenschap geassocieerde landen en gebieden overzee in aanmerking komen voor de maatregelen krachtens deze verordening, wanneer het desbetreffende project of het geografische of thematische programma een mondiaal, horizontaal, regionaal of grensoverschrijdend karakter heeft.
(1) Zur Gewährleistung der Kohärenz und Wirksamkeit der Gemeinschaftshilfe kann die Kommission bei der Annahme von Aktionsprogrammen im Sinne des Artikels 7 oder von Sondermaßnahmen im Sinne des Artikels 8 beschließen, dass Länder, Gebiete und Regionen, die für eine Gemeinschaftshilfe im Rahmen des Heranführungsinstruments oder des Europäischen Nachbarschafts- und Partnerschaftsinstruments in Betracht kommen, sowie die mit der Gemeinschaft assoziierten überseeischen Ländern und Hoheitsgebiete durch Maßnahmen im Rahmen dieser Verordnung gefördert werden können, wenn das geografische oder thematische Projekt bzw. Programm globalen, horizontalen, regionalen oder grenzübergreifenden Charakter aufweist.