Vanaf het tweede jaar blijven de vangstmogelijkheden vastgesteld op een minimum van 4 vaartuigen voor de visserij met de ringzegen en 12 vaartuigen voor de beugvisserij; het aantal vaartuigen voor de visserij met de ringzegen kan misschien worden verhoogd tot 11 vaartuigen volgens de beheerbesluiten die krachtens de Palau-regeling voor het beheer van de visserij met de ringzegen in het westelijke deel van de Stille Oceaan worden genomen.
Ab dem zweiten Jahr werden die Fischereimöglichkeiten auf ein Minimum von 4 Ringwadenfischern und 12 Langleinenfischern festgesetzt; die Anzahl der Ringwadenfischer kann jedoch je nach den Entscheidungen im Rahmen der Palau-Vereinbarung für das Management der Ringwadenfischerei im Westpazifik auf bis zu 11 Schiffe erhöht werden.