Vertaling van "c'était un voyage de sept " (Frans → Nederlands) :

C'était un voyage de sept semaines, et voici, nos propres cartes représentant 75 000 km² de fonds marins c'est juste une toute petite parcelle.
Dat was een tocht van 7 weken en hier zie je onze zelfgemaakte kaarten van 75.000 km2 zeebodem, in zeven weken gemaakt, en dat is maar een piepklein stukje zeebodem.

Et elle était en désaccord avec sept -- sept, vous pouvez les compter, sept expériences.
En die druisde in tegen zeven - zeven experimenten, welgeteld.

L'idée, c'était de choisir les sept montagnes les plus importantes du relief de l'Azerbaïdjan, et de les recréer sous forme de structures urbaines et architecturales, habitable par l'être humain.
Ons belangrijkste idee was om de essentie van de zeven belangrijkste bergen van Azerbeidzjan te pakken. En ze te herinterpreteren in stedelijke en architectonische structuren, bewoonbaar door mensen.

C'était un voyage incroyable.
Het was een wonderlijke reis.

Bill Gates l'a très bien dit quand il était en voyage à travers l'Arabie Saoudite.
Bill Gates verwoordde het heel goed toen hij op reis was door Saudi-Arabië.

Mais l'une des idées qui a émergé d'un de ces croquis était de voyager à travers Rome à bord de différents véhicules et à différentes vitesses, pour montrer les différents aspects de Rome.
Maar een van de ideeën die voortkwamen uit de schetsen, was door Rome reizen in diverse voertuigen met verschillende snelheden om de verschillende aspecten van Rome te laten zien.

Et c'était un voyage qui allait se faire par étapes.
Het zou een reis in etappes worden.

Monsieur, d'abord, en quelle année? Voilà pourquoi je commence avec un homme. Quelle année? Public : 1953. AB : 1953, de quel mois? Public : Novembre. AB : Quel jour de novembre? Public : Le 23. AB: 23 -- c'était un lundi? Public: Oui. Oui, parfait. Quelqu'un d'autre? Qui d'autre voudrait -- je n'ai pas vu beaucoup de main de femmes. Ok, c'est -- et vous, quelle année? Public : 1949. AB : 1949, quel mois? Public : Octobre. AB : Quel jour d'octobre? Public : Le cinq. AB : Cinq -- était-ce un mercredi? Oui. Allons voir tout au fond maintenant, et vous? Parlez très fort, quelle année? Public : 1959. AB : 1959, OK -- quel était le mois? Public : Février. AB: Quel jour de février? Public : Six. AB : Six -- c'était un vendredi? Public : Oui. Parfait, et pourquoi pas la personne juste derrière? Dites -- dites -- en quelle année etait-ce? Public : 1947. AB : 1947, et le mois? Public : Mai. AB : Quel jour de mai? Public : Sept. AB : Sept -- et ça serait un mercredi? Public : Oui. AB : Merci beaucoup. (Applaudissements) Est-ce que quelqu'un aimerait connaître leur jour de naissance?
OK meneer, ten eerste, welk jaar was dat? Daarom begin ik met een man. Welk jaar? Publiek: 1953. AB: 1953, en de maand? Publiek: November. AB: November, welke datum? Publiek: de 23e. AB: de 23e, was dat een maandag? Publiek: Ja. Ja, goed, iemand anders? Wie zou willen -- tja ik heb geen -- geen opgestoken vrouwenhanden gezien. OK, het is -- u misschien, welk jaar? Publiek: 1949. AB: 1949, en de maand? Publiek: Oktober. AB: Oktober, welke datum? Publiek: De vijfde. AB: De vijfde -- was dat een woensdag? Ja, mijn -- ik ga nu helemaal naar achteren, u misschien? Roept u maar, welk jaar? Publiek: 1959. AB: 1959, OK -- en de maand? Publiek: Februari. AB: De hoeveelste februari? Publiek: De zesde. AB: De zesde -- was dat een vrijdag? Publiek: Ja. Goed, misschien de persoon achter haar? Gewoon roepen -- welk jaar was het? Publiek: 1947. AB: 1947, en de maand? Publiek: Mei. AB: de hoeveelste mei? Publiek: De zevende. AB: De zevende -- zou dat een woensdag zijn? Publiek: Ja. AB: Dank u wel. (Applaus) Wil iemand hier de dag van de week weten waarop ze geboren zijn?

Chaque fois qu'une école fermait -- c'était un internat, et j'avais sept ans -- vous deviez voyager jusqu'à en trouver une.
Elke keer dat de school uit was -- het was een internaat, en ik was zeven -- moest je reizen totdat je hen vond.

Et elle pouvait voir que ceux-ci étaient les nombres des carrés jusqu'à 6. Ce dont elle n'était pas sure c'était ce que représentait 6 fois 6, et ce que sept fois sept faisait. Mais ensuite, elle reprenait confiance en elle-même.
Ze begreep dat dit tweedemachten waren tot en met het getal zes, Daar wist ze niet zeker hoeveel 6 maal 6 was, of hoeveel 7 maal 7 was. Toch was ze er zeker van.