Il y a environ 150 000 installations de combustion moyennes – en d'autres termes, ayant une puissance thermique nominale comprise entre 1 et 50 MW – dans l'Union européenne; elles sont utilisées dans un large éventail d'applications (dont la production d'électricité, le chauffage et le refroidissement domestiques/résidentiels et la production de chaleur ou de vapeur à des fins industrielles) et sont une importante source d'émissions de dioxyde de soufre, d'oxydes d'azote et de poussières.
Er zijn ongeveer 150 000 middelgrote stookinstallaties in de EU, de meeste daarvan met een nominaal thermisch ingangsvermogen van tussen de 1 en 50 MW. Ze worden gebruikt voor een groot aantal uiteenlopende toepassingen (waaronder het opwekken van elektriciteit, het verwarmen en koelen van woonhuizen en het leveren van warmte/stoom voor industriële processen enz.) en zijn een belangrijke bron van emissies van zwaveldioxide, stikstofoxiden en stof.