22. estime qu'il est essentiel, à cet égard, de favoriser le développement des petites entreprises, des coopératives et des activités artisanales, du microcrédit et de l'accès de la population au crédit en instaurant des formes de coopération économique décentralisée entre les établissements européens et les établissements homologues des PMA et en soutenant les activités de formation, de recherche scientifique et technologique ainsi que la formation de co-entreprises;
22. acht het in dit verband van fundamenteel belang de ontwikkeling van kleine bedrijven, coöperaties en ambachtelijke bedrijven, microkredieten en de toegang van de bevolking tot kredieten te bevorderen middels de toepassing van vormen van gedecentraliseerde economische samenwerking tussen Europese organisaties en soortgelijke organisaties in de minst ontwikkelde landen, met steun voor activiteiten op het gebied van opleiding, wetenschappelijk en technologisch onderzoek en oprichting van joint ventures;