Le moyen est fondé en tant qu'il dénonce une violation de l'égalité et de la liberté d'enseignement, en ce qu'il n'a pas été tenu suffisamment compte de la situation particulière des élèves qui, au moment de la publication du décret litigieux, le
19 septembre 1996, avaient entrepris la deuxième année du troisième degré de l'enseignement secondaire général dans une orientation d'études dans laquelle u
ne ou plusieurs des quatre branches précitées intervenant dans la première épreuve de l'examen d'entrée n'étaient pas ense
ignées ou ...[+++]l'étaient seulement de façon sommaire, à un moment où il n'était plus permis à ces élèves de modifier leur orientation d'études.
Het middel is gegrond in zoverre het de schending aanvoert van de onderwijsgelijkheid en -vrijheid, doordat onvoldoende rekening is gehouden met de bijzondere positie van de leerlingen die op het ogenblik van de bekendmaking van het bestreden decreet op 19 september 1996, het tweede jaar van de derde graad van het algemeen secundair onderwijs hadden aangevat in een onderwijsrichting waarin een of meer van de vier eerdervermelde, in het eerste gedeelte van het toelatingsexamen bedoelde vakken niet of slechts op summiere wijze worden onderwezen, op een ogenblik dat zij hun studierichting niet meer konden wijzigen.