11. souligne qu'un élément essentiel de la politique énergétique commune, à savoir la solidarité, devrait être renforcé entre les États membres en cas de perturbations de l'approvisionnement en pétrole ou en gaz; est par ailleurs d'avis qu'une telle solidarité renforcerait considérablement la capacité de l'Union à défendre, sur la scène internationale, ses intérêts communs en matière d'énergie;
11. beklemtoont dat een essentieel onderdeel van een gemeenschappelijk energiebeleid verstrekte solidariteit tussen de lidstaten bij verstoringen van de aanvoer van olie en gas moet zijn; meent voorts dat een dergelijke versterkte solidariteit de EU ook meer mogelijkheden zal geven om bij energiekwesties in internationaal verband voor haar gemeenschappelijk belang op te komen;