Selon lui, le ministre dispose d'un droit de refus motivé par des raisons pratiques, techniques ou des raisons de fond sérieusement argumentées (exemple : l'existence d'une peine disciplinaire ignorée du Conseil supérieur de la Justice).
Volgens hem beschikt de minister over een recht om te weigeren om praktische of technische redenen, of om gegronde inhoudelijke redenen (bijvoorbeeld het bestaan van een tuchtstraf waarvan de Hoge Raad voor de Justitie niet op de hoogte was).