La loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques prévoit, en son annexe 1, article 2, § 8, que l'opérateur fournissant le service universel veille à ce qu'à partir du 1er janvier 2000, chaque commune fusionnée qui constituait une entité administrative distincte au 31 décembre 1970 soit équipée d'au moins un poste téléphonique payant public.
In de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (en meer bepaald in artikel 2, § 8, van bijlage 1) staat vermeld dat de universele dienstverlener erop toeziet dat elke gemeente, die vanaf 31 december 1970 als afzonderlijke entiteit bestond, vanaf 1 januari 2000 uitgerust is met ten minste één openbare betaaltelefoon.