Le nombre minimal de périodes de 24 heures pendant lesquelles les échantillonnages doivent être effectués durant le mois à l'activité la plus intense dans l'année précédant l'année d'imposition considérée, est fixé à cinq jours pour les redevables dont le dernier impôt s'élevait à plus de 500.000 F et à trois jours dans les autres cas.
Het minimum aantal etmalen waarover de monsternemingen tijdens de maand met de grootste bedrijvigheid in het jaar voorafgaand aan het beschouwde heffingsjaar moeten worden uitgevoerd, wordt bepaald op vijf dagen voor de heffingsplichtigen waarvan de laatst vastgestelde heffing meer dan F 500.000 bedroeg en op drie dagen in de andere gevallen.